Vissers op het Tanganyika-meer in DR Congo ervaren een gebrek aan veiligheid en vragen om een eerlijkere handhaving van de regelgeving rond overbevissing en illegaal materiaal.
Dat concludeert een internationaal onderzoeksteam uit meer dan 1000 interviews met vissers en andere stakeholders van de visserij op het meer. Ook gaven ze aan dat hun vangsten steeds afnemen in aantal en grootte, mogelijk een indicatie van overbevissing.
Het Tanganyika-meer is een van de grootste zoetwatermeren ter wereld. Het is verdeeld tussen de vier aangrenzende landen, in verschillende verhoudingen: DR Congo (45%), Tanzania (41%), Burundi en Zambia (samen 14%). De visserij op het meer voorziet in de broodwinning van tienduizenden vissers en is de belangrijkste bron van proteïnen voor meer dan een miljoen mensen. De visbestanden in het meer staan onder sterke druk, vooral door overexploitatie en vervuiling. Om te zorgen dat de ze niet uitgeput geraken, is goed beheer onontbeerlijk.
Als je de regelgeving wil aanpassen aan de noden van de mensen die afhankelijk zijn van de visserij, moet je hun mening en standpunten kennen. Biologen van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), de universiteiten van Leuven, Hasselt en Bodø (Noorwegen) en het Congolese Centre de Recherche en Hydrobiologie (CRH) namen meer dan 1000 interviews af met vissers, verkopers, overheidsmedewerkers en andere stakeholders van de visserij op het Tanganyika-meer in Oost-Congo, een van de armste regio’s ter wereld. Daaruit klonk een oproep voor meer bescherming, toegang tot veiligheidsmateriaal en een betere handhaving van de huidige regelgeving. Ook zagen de wetenschappers indicaties van overbevissing.
Gevaarlijke omstandigheden
Uit de interviews met vissers bleek dat hun grootste bezorgdheid een gebrek aan veiligheid is. “Vissers rapporteren gevaarlijke omstandigheden, zoals hoge golven en stevige wind. Ze worden ook regelmatig overvallen door bendes actief op het meer, of afgeperst door soldaten of veiligheidsagenten”, zegt biologe Els De Keyzer (KU Leuven), die het onderzoek uitvoerde. Vissers vragen dringend meer veiligheidsmateriaal zoals reddingsvesten, en dat er streng opgetreden wordt tegen bendes en corruptie.
Indicaties van overbevissing?
Opvallend is dat zowel vissers, verkopers als ambtenaren aangeven dat de vangsten van de drie belangrijkste visserijsoorten afnemen en dat de vissen op de markt ook steeds kleiner worden. Dit zouden indicaties van overbevissing kunnen zijn. “We merken hier een vreemde tegenstelling, waarbij deelnemers in de interviews aangeven dat vissen minder beschikbaar zijn, maar dit niet toeschrijven aan overbevissing of overbevolking”, aldus bioloog Maarten Van Steenberge (KBIN), die het onderzoek coördineerde. Dit heeft als gevolg dat vissers en anderen niet open staan voor veranderingen in regelgeving, aangezien ze hier het nut niet van inzien.
Strengere handhaving
Een strenger visserijbeleid heeft weinig kans op slagen als de lokale bevolking er niet positief tegenover staat. In Oost-Congo is regulatie van de visserij beperkt tot verbieden van bepaalde materialen en een sluiting van de visserij voor een paar dagen per maand. “We merken wel dat er vraag is van de vissers om de bestaande regels strenger toe te passen, onder andere om oneerlijke concurrentie tegen te gaan van vissers die met illegaal materiaal vissen”, zegt Pascal Masilya Mulungula, onderzoeker aan het CRH.
De onderzoekers hopen dat de resultaten van het onderzoek een aanknopingspunt zullen vormen voor beleidsmakers, zodat rekening wordt gehouden met de belangen van de lokale bevolking bij het aanpassen van de regelgeving aan de huidige situatie.
De studie is gepubliceerd in het Journal of Great Lakes Research.