Fotocredit: François Lepage
Klimaatschommelingen van de laatste 60 miljoen jaar dreven de evolutie van de pinguïns aan. Dat concludeert een onderzoeksteam van de Universiteit van Kopenhagen uit een analyse van pinguïnfossielen en de genen van moderne dieren.
De vogels ontwikkelden zich op het nu grotendeels verzonken microcontinent Zeelandia, waarvan alleen Nieuw-Zeeland nog boven het water uitsteekt. Veel nieuwe soorten ontstonden toen de Straat Drake tussen Zuid-Amerika en Antarctica ongeveer 30 miljoen jaar geleden openging.
De huidige pinguïns ontstonden zo’n 14 miljoen jaar geleden, toen sterke afkoeling leidde tot een klein massa-uitsterven en de Oost-Antarctische ijskap zich vormde. Hun vliegvermogen waren ze al lang daarvoor verloren. Ze werden wel uitstekende zwemmers.
Snelle opwarming
Schommelingen tussen warme en koude periodes in de laatste 3 miljoen jaar veroorzaakten een andere evolutionaire opstoot. Die sneden herhaaldelijk pinguïns af van de oorspronkelijke populatie, waardoor nieuwe soorten ontstonden. DNA-gegevens suggereren dat pinguïns pas toen weer schaaldieren als krill zijn gaan eten. Voordien hadden ze bijna alle genen voor chitine-afbraak verloren.
Volgens de onderzoekers evolueren pinguïns uitermate traag in vergelijking met andere vogels. En het tempo is nog verder gedaald sinds het ontstaan van de huidige soorten. Het remt verder af naarmate het warmer wordt. Dat blijkt zowel uit de evolutiesnelheden van moderne pinguïns uit warme wateren als uit de berekende evolutiesnelheden in de laatste paar miljoen jaar. Het doet de vraag rijzen of pinguïns zich op termijn kunnen blijven aanpassen aan de snelle opwarming van de aarde.
Bron: Universiteit van Kopenhagen, Denemarken