Het tabaksmozaïekvirus is schadelijk voor tomaten en aardappelen, maar andere gewassen laat het virus met rust. Sterker, het steekt zelfs een handje toe bij de bescherming van de wortels van de planten.
Gewasbestrijdingsmiddelen of pesticiden (of biociden, voor de biologische variant) hechten zich vaak snel en sterk aan organisch materiaal. Daardoor kunnen ze maar moeilijk insijpelen in de grond, samen met het regen- of besproeiingswater. En daardoor moeten boeren vaak grote hoeveelheden pesticide gebruiken om ook de wortelzone van hun gewassen te vrijwaren van ziekten en plagen. Dat kost niet alleen veel geld, maar het schaadt ook de bodem én het vervuilt het grondwater.
Maar misschien kan de natuur helpen, in de vorm van een organisme dat op het eerste gezicht een natuurlijke vijand is van planten: een plantenvirus. Amerikaanse biologen hebben immers ontdekt dat de virussen van het plantenrijk goed in staat zijn moleculen van pesticiden mee te nemen naar de ondergrond. Soms wel tot dertig centimeter diep.
De onderzoekers testten verschillende plantenvirussen op hun grondpenetrerende karakter. Het tabaksmozaïekvirus, dat vooral gevreesd wordt door aardappel- en tomatenkwekers, kwam daarbij als beste uit de bus. Vermoedelijk komt dit door de buisachtige structuur van de virusdeeltjes, terwijl de meeste andere virussen bolvormig zijn.
Het tabaksmozaïekvirus is onschadelijk voor gewassen die niet tot de nachtschadefamilie behoren. Bovendien – zo hebben de wetenschappers aangetoond – wordt het virus niet verspreid door de wind, waardoor het dus niet van de ene akker naar de andere zou kunnen overspringen.
De vorsers vergelijken het gebruik van plantenvirussen in de gewasbescherming met het gericht toedienen van (experimentele) medicijnen bij mensen – waarvoor ook soms virussen worden gebruikt.