Nieuw onderzoek suggereert dat de chemicaliën die vrijkomen uit de plastic zakken en flesjes piepkleine mariene organismen aantasten die van cruciaal belang zijn voor het voortbestaan van de mens.
We hebben allemaal gezien wat voor impact onze plasticverslaving heeft op de wereld. De verschrikkelijke beelden van dode walvissen en zeevogels met hun maag vol "verharde fossiele brandstoffen" zijn niet te missen. De recente vondst van een plastic zak in de Marianentrog, op meer dan 10.000 meter onder zeeniveau, toont nog maar eens hoe diep het probleem geworteld is. Nu lijkt ook de reikwijdte ervan toe te nemen.
Wanneer het plastic in open zee drijft, wordt het door wind, golven en zonlicht afgebroken tot kleinere stukjes. Tijdens dit fragmentatieproces komen chemische additieven vrij die oorspronkelijk werden toegevoegd om het plastic steviger, flexibeler of resistent te maken tegen vlammen of bacteriën, of om het simpelweg een kleurtje te geven. Onderzoekers hebben aangetoond dat de aanwezigheid van deze chemische stoffen in zoet water en drinkwater ernstige gevolgen kan hebben. Die kunnen gaan van lagere voortplantingscijfers bij vissen tot hormoonschommelingen, verminderde vruchtbaarheid of zelfs onvruchtbaarheid, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes en kanker bij mensen.
Toch is er tot nu toe zeer weinig onderzoek gedaan naar hoe deze additieven het leven in onze oceanen kunnen beïnvloeden. Om dat uit te zoeken, voegden onderzoekers van Macquarie University (Australië) verschillende concentraties chemicaliën toe aan staaltjes zeewater. Die chemicaliën waren afkomstig van plastic zakjes en pvc, twee van de meest voorkomende vormen van plastic in de wereld. Vervolgens gingen ze na hoe de meest voorkomende fotosynthetiserende organismen op aarde - Prochlorococcus - beïnvloed werden door in dat soort water te leven. Deze bacteriën vormen niet alleen de cruciale basis van de mariene voedselketen, maar produceren ook nog eens 10 % van alle zuurstof op aarde.
De resultaten geven aan dat de schaal en mogelijke gevolgen van plasticvervuiling wel eens veel groter zouden kunnen zijn dan we gedacht hadden. De onderzoekers toonden aan dat het verontreinigde zeewater de groei en zuurstofproductie van de bacteriën ernstig verminderde. In de meeste gevallen werden de bacteriepopulaties zelfs kleiner.
Wat nu?
Aangezien het zuurstofgehalte in de lucht bepalend is voor de opwarming van de aarde en dit fytoplankton een vitale rol speelt in de goede werking van mariene ecosystemen, is het essentieel dat we nu ook buiten het labo onderzoek doen naar het effect van plastic additieven op de bacteriën in open zee. Ondertussen moeten we actieve stappen ondernemen om de risico's van chemische plasticvervuiling te verminderen.
De eerste stap is natuurlijk om de hoeveelheid plastic die in onze oceaan terechtkomt te verminderen. Het recente EU-verbod op wegwerpplastic is een begin, maar er zijn veel drastischere maatregelen nodig om de rol van plastic in ons leven te beperken, alsook om ervoor te zorgen dat er geen plastic meer in onze waterwegen terechtkomt en om de belachelijk lage recycleringpercentages stevig op te trekken.
Op internationaal niveau moeten we er een prioriteit van maken om het afval van de visindustrie aan te pakken. Kapotte visnetten alleen al maken bijna de helft uit van al het plastic in de Kunststofarchipel ("Great Pacific Garbage Patch"), een gebied in de Stille Oceaan waar zich enorm veel afval heeft verzameld. Verloren of afgedankt vismateriaal is dan weer goed voor een derde van het plastic afval in de Europese zeeën. De EU-maatregelen die begin 2019 aangekondigd werden om dit afvalprobleem aan te pakken, gaan niet ver genoeg.
Daarnaast is er ook dringend nood aan nieuwe wetgeving om het industrieel gebruik van schadelijke chemische additieven te beperken tot het absoluut noodzakelijke. Bisfenol A (BPA), bijvoorbeeld, dat gebruikt wordt in een hele resem aan producten (van kassarolletjes tot rubber eendjes), is tegenwoordig gelabeld als "een zeer zorgwekkende stof" omwille van haar hormoonverstorend effect. Tot nu toe wordt het industrieel gebruik van de chemische stof echter in de meeste gevallen niet gedekt door de beperkte wetten die er zijn. Dat moet veranderen en wel zo snel mogelijk.
Zelfs als we helemaal kunnen voorkomen dat er nog nieuwe chemicaliën in onze oceanen terechtkomen, zullen we nog steeds iets moeten doen aan ons plastic nalatenschap en de chemische vervuiling die eraan verbonden is. Op dit moment is het nog niet duidelijk of we al onomkeerbare schade veroorzaakt hebben, noch of mariene ecosystemen bestand zijn tegen de huidige mate van plasticvervuiling in de open oceanen. Toch is de gezondheid van onze oceanen geen kwestie die we zomaar aan de kant mogen schuiven. Daarom moet er bovenop de fysieke initiatieven zoals The Ocean Clean Up ook geïnvesteerd worden in technologieën om chemische stoffen te verwijderen.
Zulke technologieën worden te weinig onderzocht voor zoute oceaanomgevingen. We zitten momenteel in de beginfase van een project waarbij we een drijvend toestel ontwikkelen dat op basis van een klein elektrisch circuit BPA omzet in vaste stoffen die gemakkelijk te verzamelen zijn. Ons werk alleen volstaat echter niet. Wetenschappers en overheden moeten nog beter hun best doen om het probleem van de chemische verontreiniging van onze oceanen beter te begrijpen en te elimineren, voor het te laat is.
Hoewel oceaanbacteriën misschien ver afstaan van ons dagelijks leven, zijn we afhankelijk van deze piepkleine organismen om onze ecosystemen in balans te houden. Hun benarde situatie negeren is op eigen risico.
Vertaling: Nikita Vanboterdael