Recept voor plastic soep
12 februari 2015 door Eos-redactieStap 1: voeg jaarlijks acht miljoen ton plastic afval aan de oceanen toe. Klaar.
Landen die aan de zee grenzen, produceren samen jaarlijks zo’n 275 miljoen ton plastic afval. Daarvan komt ongeveer acht miljoen ton in zee terecht, berekent een internationaal team wetenschappers in het vakblad Science.
Het probleem is bekend. De oceanen zitten vol plastic. Het vormt drijvende eilanden en zwerft rond op de bodem, dieren eten het op of raken erin verstrikt en het verpulvert tot kleine deeltjes die zich opstapelen in ongewervelde dieren en andere zeebewoners. Maar hoeveel plastic er precies in zee belandt, was tot nog toe niet bekend.
De wetenschappers verzamelden gegevens over de hoeveelheid plastic afval die in 2010 in 192 landen met een kust werd geproduceerd, alles samen goed voor 275 miljoen ton. Daarvan werd een kleine 100 miljoen ton in een strook van 50 kilometer langs de kust
gegenereerd. Van die 100 miljoen ton werd naar schatting 32 miljoen ton slecht verwerkt: het werd zomaar ergens weggegooid of belandde op open stortplaatsen. Resultaat: 4,8 à 12,7 of gemiddeld zo’n 8 ton plastic kwam in zee terecht. Dat komt ongeveer overeen met 15 winkeltassen vol plastic voor elke meter kustlijn.
China koploper
Op de eerste plaats staat China, waar naar schatting 1,3 à 3,5 miljoen ton plastic in zee terecht kwam, gevolgd door Indonesië (0,5 à 1,3 miljoen ton) en de Filipijnen (0,3 à 0,75 miljoen ton). Het merendeel van de landen in de top twintig zijn middeninkomenslanden (MIC’s), die een snelle economische ontwikkeling doormaken maar nog over onvoldoende infrastructuur voor afvalwerking beschikken. Als we de Europese Unie als één land zouden beschouwen, zouden we de 18de plaats bekleden. In België en Nederland belandde volgens de studie respectievelijk 2.700 en 27.700 ton plastic in zee.
De onderzoekers vermoeden dat er tegen 2025 zo’n 155 miljoen ton plastic in zee is terechtgekomen, aangezien de productie van afval nog altijd toeneemt. Om dat te vermijden zullen we zowel moeten inzetten op afvalpreventie als op een betere verwerking. (ddc)