Roots van tomaat en aardappel gaan erg ver terug

De nachtschadefamilie heeft er dankzij de vondst van uitzonderlijk goed bewaarde resten van tomatillo’s liefst veertig miljoen jaar geschiedenis bijgekregen.

De nachtschadefamilie, of Solanaceae, is een plantenfamilie waartoe meer dan 2.500 levende soorten behoren. Sommige daarvan behoren tot de kern van onze Europese eetcultuur – de tomaat en de aardappel bijvoorbeeld – terwijl andere bijna uitsluitend worden gegeten in Latijns-Amerika. De tomatillo en de goudbes behoren tot die tweede categorie.

Om de evolutionaire geschiedenis van planten in kaart te brengen zoeken biologen doorgaans naar fossiele resten van bloemen of vruchten – die zijn immers het meest typerend voor de plantensoort. Amerikaanse biologen stuitten zo in Patagonië, in het uiterste zuiden van Argentinië, op twee uitzonderlijk goed bewaarde fossielen van tomatillo’s, die ook weleens Mexiaanse aardkersen worden genoemd. Na de datering van de lagen waarin de tomatillo’s werden gevonden stonden de wetenschappers versteld: de fossielen bleken niet minder dan 52 miljoen jaar oud. Dit terwijl de vorige tomatillofossielen slechts 10 miljoen jaar oud waren.

Dat betekent dat de plantenfamilie waaruit (veel) later de tomaat en de aardappel is ontstaan al welig tierde op aarde toen Zuid-Amerika, Australië en Antarctica nog aan elkaar vast hingen – in een supercontinent dat geologen Gondwanaland noemen. En omdat het geslacht waartoe de tomatillo behoort – Physalis genaamd – tot de uitlopers van de evolutionaire stamboom van de nachtschade behoort, betekent dit dat de familie van de aardappel en de tomaat nog véél en véél ouder is dan 52 miljoen jaar. (sst)

Bron: Peter Wilf, Penn State University, Deike, VS in Science