Podcast

Schaffen we de zomertijd beter af? - Weerman Bram

Twee keer per jaar verzetten we onze klok: van zomertijd naar wintertijd en omgekeerd. De reden waarom we dat doen is eigenlijk achterhaald. Maar kiezen we dan voor permanente zomertijd of permanente wintertijd, vraagt weerman Bram Verbruggen zich af.

Iedereen kent het wel: twee keer per jaar doen we “de klokkenronde” in ons huis om alle klokken een uurtje vooruit of achteruit te zetten en twee keer per jaar moeten we ook onze biologische klok weer wat tijd geven om te synchroniseren. Op de laatste zondag van maart draaien we de klok vooruit en slapen we een uurtje minder, op de laatste zondag van oktober draaien we de klok achteruit. 3u wordt dan 2u en dus slapen we een uurtje extra. 

Ieder jaar opnieuw, maar van waar komt die gewoonte en waarom bestaat er zoveel discussie over die tijd de laatste tijd?

Er bestaat zoiets als een wereldwijde eenheidstijd, genaamd de “gecoördineerde wereldtijd” of “Coordinated Universal Time, UTC”. Dat is een tijdsindeling gebaseerd op de zon. De UTC verdeelt de wereld in tijdschalen volgens de lengteligging, met als nulpunt de meridiaan van Greenwich. België ligt in de UTC+1 tijdzone. Onze tijd loopt dus 1u voor op die van het Verenigd Koninkrijk.

In 1977 werd, in volle economische crisis, beslist om de zomertijd in te voeren en dit om energie te besparen door het daglicht meer te laten samenvallen met het leefpatroon van de doorsneebevolking. Die zomertijd komt overeen met UTC+2. In de winter passen wij dus UTC+1 toe (onze eigenlijke wereldtijd) en in de zomer UTC+2 (onze wereldtijd +1u).

Dat was dus een economische maatregel, om energie te besparen, die vandaag toch wel wat achterhaald is. Ondertussen zijn er andere mogelijkheden om energie te besparen en is het ook duidelijk geworden dat de invoering van de zomertijd toch wel wat problemen met zich meebrengt. Zo wordt de zomertijd niet overal in de wereld toegepast, wat kan lijden tot verwarring en gemiste afspraken.

De ochtendspits verloopt langer in het donker, zeker in de maand oktober (wanneer de zomertijd nog van kracht is) blijft het lang donker, tot 08u30-9u.

Avondfiles rijden in de zomer dan weer langer in de hitte, wat ozon en smog in de hand werkt. En op hete dagen blijft de hitte langer hangen in huis. Tot slot zorgt de halfjaarlijkse switch van tijd twee keer per jaar  voor een verstoring van onze biologische klok.

Redenen genoeg dus om te opteren voor één tijd, en dan misschien toch maar best voor de wintertijd, al horen typische avondmensen die graag genieten van late zomeravonden dat misschien liever niet. Als we de wintertijd permanent zouden toepassen, dan zou op 20 juni, de langste dag van het jaar, de zon al opkomen rond half 5 en al ondergaan om 21u.

De Europese Commissie wil in ieder geval het dubbele systeem afschaffen en geven lidstaten zelf de keuze: winter- of zomertijd. En daar knelt het schoentje. Er is zeer grote verdeeldheid onder de lidstaten. En dus verandert er voorlopig niets.

Dus, samengevat.

Permanente wintertijd staat gelijk aan de UTC wereldtijd, betekent vroeg licht en vroeg donker met een iets veiligere ochtendspits, minder ozon en een koelere slaapkamer.

Permanente zomertijd staat verder af van de UTC wereldtijd, betekent laat licht en laat donker met in de winter lange, donkere ochtenden maar in de zomer late zomeravonden.

Is de zomertijd niet een betere tijd voor het hele jaar?

Lees hier het antwoord