Op sommige plaatsen in Vlaanderen is de schimmelpopulatie 80 procent kleiner dan tien jaar geleden. Stikstof in de lucht is de schuldige.
Stikstof brengt meer schade toe aan bodemschimmels dan aanvankelijk werd gedacht. In Vlaanderen, waar het stikstofgehalte in de lucht één van de hoogste is in Europa, vormt dat een grote bedreiging voor planten. Veel soorten zijn voor hun voeding afhankelijk van schimmels. Biologen van de KU Leuven trekken aan de alarmbel.
Stikstof is een schadelijk gas. Het belandt via neerdalend fijnstof in de bodem, waar het de grond verzuurt. Zowel boven- als ondergrondse schimmels raken daardoor in de problemen. Dat heeft nefaste gevolgen voor veel plantsoorten en voor de biodiversiteit van het landschap in het algemeen, vooral in schimmelrijke graslanden.
Tien jaar onderzoek
Onderzoekers wisten tot voor kort niet hoe groot het effect van stikstof was op schimmels. Een team van biologen mat daarom tien jaar lang, in acht landen, de stikstofgehaltes in de lucht. Daarnaast namen ze DNA-monsters uit de grond, waarop ze de aanwezigheid van schimmels konden afleiden. In België gebeurde dat op een veertigtal locaties.
‘De resultaten liegen er niet om’, zegt hoofdonderzoeker Tobias Ceulemans (KUL): ‘Op sommige plekken in Vlaanderen vonden we nog maar 20 à 30 procent van de oorspronkelijke hoeveelheid schimmels in de bodem. Die terugval is te wijten aan de hoge stikstofdepositie.’
Cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) staven die claim. Jaarlijks valt gemiddeld 23,4 kilogram stikstof per hectare op Vlaamse gronden. Uit Brits onderzoek blijkt dat schimmels al schade oplopen bij meer dan 6 kilogram stikstof per hectare.
Ceulemans: ‘Het gaat natuurlijk wel om een gemiddelde. Langs snelwegen en in de buurt van de veeteeltindustrie kunnen deze cijfers oplopen tot 60 kilogram per hectare. Hoewel de cijfers in natuurgebieden ver onder het gemiddelde kunnen liggen, blijven ze te hoog.’
Voorbeeld aan het VK
Ceulemans hoopt dat de overheid actie onderneemt. ‘De stikstofgehaltes moeten naar beneden. Dat staat vast. Maar de depositie in industriegebieden van 60 naar 5 kilogram of minder reduceren, lijkt mij economisch onhaalbaar. In dunbevolkte en natuurgebieden kunnen overheden wel hun slag slaan. Bijvoorbeeld door bij natuurgebieden alleen fruitteelt toe te staan. Die sector stoot nauwelijks stikstof uit.’
Voordien gebruikten natuurbehoudorganisaties andere oplossingen. Ze groeven onder meer verzuurde gronden af. Een kortetermijnoplossing om de grond weer nieuw leven in te blazen. Maar dat viel tegen. ‘Op die manier graaf je grofweg alle schimmels weg’, zegt Ceulemans. ‘Voordat die terug gegroeid zijn ben je tien jaar verder. Tegen die tijd is de grond opnieuw verzuurd. Het echte probleem dat aanpak vereist, zit in de bron van de uitstoot.’
Ondanks de kritieke toestand houdt Ceulemans de moed erin: ‘Voorbeelden uit buurlanden, zoals het Verenigd Koninkrijk, tonen aan dat het mogelijk is om de stikstofuitstoot te beperken. In overleg met de landbouw- en transportsector kunnen eerlijke maatregelen genomen worden.’