De bruine nachtboomslang klimt in hoge bomen of palen door zijn lichaam als een lasso rond de paal te krullen en zich vervolgens omhoog te hijsen.
Slangen kunnen kronkelen, voorwaarts schuiven, zigzaggen (op een zanderige ondergrond) en van boom tot boom zweven. Maar onlangs observeerden Amerikaanse biologen een klimmethode die nog nooit eerder werd beschreven. De ‘lassotechniek’, waarmee de bruine nachtboomslang zich rond een paal krult en omhooghijst, is volgens de biologen een vijfde manier waarmee de reptielen zich kunnen voortbewegen.
De observatie is om nog een reden belangrijk. De bruine nachtboomslang is een invasieve soort op Guam, een eiland in de regio van Micronesië. Hij vormt er een groot gevaar voor lokale (en sterk bedreigde) vogelsoorten. Dat de slang zich zo makkelijk in bomen kan verplaatsen – richting vogelnesten – is zorgwekkend. Zelfs de gladde palen die natuurbeheerders gebruiken om bijvoorbeeld wasberen het klimmen te verhinderen, houden de slangen niet tegen.
De onderzoekers probeerden al verschillende alternatieve ‘slangenremmers’ uit, zoals brede metalen tussenschotten rond een nestpaal. Telkens vonden de slangen een oplossing.