Het verbleken van koraal verloopt niet continu, maar in horten en stoten – in afzonderlijke periodes. Tijdens zo’n periode bezwijken de eencelligen, die deel uitmaken van het koraalrif, onder de stress van te warm en/of te zuur zeewater, waardoor het rif geen voedingsstoffen meer krijgt en het zijn kleur verliest. Bij ernstige verbleking kan het rif grotendeels afsterven. Het duurt dan meer dan tien jaar vooraleer het opnieuw hersteld is, maar dan moeten de omgevingsomstandigheden tijdens de herstelperiode wel ideaal zijn.
Australische wetenschappers trekken nu nog maar eens aan de alarmbel. Volgens een nieuwe studie is het gemiddelde tijdsinterval tussen afzonderlijke ‘verblekingsperiodes’ tijdens de voorbije vier decennia met een factor vijf afgenomen. In 1980 zat er tussen twee periodes van verbleking in hetzelfde koraalrif gemiddeld nog dertig jaar. Tegenwoordig is dat zes jaar.
Het verbleken van koraal is met andere woorden veranderd van een lokaal, incidenteel fenomeen tot het nieuwe normaal.