De geluidsabsorberende vleugels van motten kunnen model staan voor nieuwe akoestische technologieën.
Vleermuizen zenden geluid uit om hun prooi te lokaliseren. Motten leiden hen om de tuin door dat geluid te absorberen met een flinterdun laagje op hun vleugels. Zo volgt er geen echo en kan de vleermuis hen niet vinden.
Dat motten een geluidsabsorberend schildje op hun lichaam hebben, was al bekend. Dat schild van 1,5 mm dik is niet geschikt voor hun vleugels: het zou de motten belemmeren te vliegen. Toch zijn de vleugels eveneens voorzien van een geluidsabsorberend materiaal, ontdekten Britse biologen.
Ze bestudeerden de mottenvleugels met diverse analysetechnieken en ontdekten dat die vleugels geluid buitengewoon goed opvangen. Het materiaal dat daarvoor instaat is honderd keer dunner dan de golflengte van het geluid dat het absorbeert, waardoor de motten hun lichtheid behouden én vleermuizen te slim af zijn.
Wat deze ontdekking extra bijzonder maakt, is dat het laagje het eerste in de natuur gevonden akoestische metamateriaal is. De uitzonderlijke fysische eigenschappen van metamateriaal komen doorgaans alleen voor in kunstmatige vormen. Bovendien ontwikkelden de vleugels van motten zich zo dat ze alle frequenties die vleermuizen uitzenden absorberen.
De nieuwe inzichten kunnen de ontwikkeling bevorderen van materiaal tegen lawaaioverlast, zoals geluidsabsorberend ‘behang’. Het materiaal dat daar nu voor wordt gebruikt, bijvoorbeeld op kantoormuren en andere drukke binnenruimtes, is vaak erg dik.