Waarom de Noordpool koud moet blijven
02 augustus 2013 door MAOnder het Noordpoolijs liggen enorme voorraden gas. Dat kan heel wat winst opleveren. Maar de negatieve gevolgen van het verder afsmelten van het ijs zijn veel groter, zowel ecologisch als financieel.
Het smelten van het Noordpoolijs doet de homo economicus watertanden. Onder het ijs zitten heel wat onaangeboorde gasreserves en nieuwe scheepvaartroutes kunnen een aardige duit opleveren. Diepgaande analyse toont nu aan dat gevolgen van minder poolijs een stuk negatiever kunnen zijn dan gedacht, niet alleen voor de dieren die hun habitat zien verdwijnen, maar ook voor de portefeuille.
Uit onderzoek blijkt dat we vaak te kort door de bocht gaan bij het inschatten van de gevolgen van de klimaatopwarming in het hoge noorden. Volgens Gail Whiteman van de Erasmus Universiteit Rotterdam kijken we bij het berekenen van potentiële economische winst niet naar het totaalplaatje. Mochten we dat wel doen, zo schreef hij vorige week in Nature, zou blijken dat de geldwinst door het aanboren van nieuwe aardgasbronnen en het openen van scheepvaartroutes niet opweegt tegen het economische verlies veroorzaakt door het smelten van de poolkappen.
Toch is snel duidelijk waarom ondernemers wat minder ijs wel zien zitten. Naar schatting 30 procent van het nog niet ontdekte aardas wereldwijd zou zich in het Noordpoolgebied bevinden, samen met dertien procent van de nog niet aangeboorde oliereserves. Voorts zouden nieuwe vaarroutes de regionale handel een grote boost kunnen geven. Volgens verzekeraar Lloyd’s of London kunnen investeringen in het Noordpoolgebied binnen de tien jaar honderd miljard dollar bedragen. Geen slecht vooruitzicht in tijden van crisis. De Verenigde Staten denken al een stap verder: onder meer Lloyd’s en Total voeren samen met de Amerikaanse regering onderzoek naar de milieu-impact van mogelijke exploïtatie.
Volgens Whiteman is er echter één belangrijke factor waar niemand rekening mee houdt. De lokale impact op het milieu wordt wel bestudeerd, maar wetenschappers en beleidsmakers vergeten naar het totaalbeeld te kijken. De zwaarste gevolgen van het smelten van het poolijs zullen namelijk vooral op wereldschaal te voelen zijn. Whiteman voorspelt dat het smelten van het ijs op de Noordpool een kettingreactie in gang zal zetten die wereldwijd zware gevolgen zal hebben, ook op economisch gebied.
Opgesloten methaan
Katalysator hiervoor is een gigantische methaanvoorraad, van liefst 50 gigaton, die voorlopig nog gevangen zit onder de permafrost van de Oost-Siberische Zee. Voorlopig, want door de opwarming van de aarde is die permafrost intussen aan het dooien. In de nabije toekomst zal het methaan uit zijn natuurlijke opslagplaats ontsnappen naar onze atmosfeer. Desastreus, want methaan is, net als CO2, een broeikasgas. Hoe snel het gas vrij zal komen wil Whiteman niet gezegd hebben. Waarschijnlijk zal het over een periode van enkele decennia uit de permafrost ontsnappen, maar het is net zo goed mogelijk dat het erg plots gebeurt.
Hoelang het zal duren voor de 50 gigaton broeikasgas helemaal in onze atmosfeer is terechtgekomen, is niet zo van belang, wel de gevolgen. Het gas zal de opwarming lokaal en op wereldschaal versnellen. Het ijs, dat nu al aan recordsnelheden wegsmelt, zal nog sneller verdwijnen. En daar blijft het niet bij: het wegkwijnen van het ijs is niet alleen een gevolg van global warming, maar wordt – als er genoeg ijs smelt – ook een oorzaak. De witte laag bevroren water weerkaatst namelijk heel wat energie van de zon. Minder ijs betekent minder weerkaatsing, wat een nog snellere afname van het poolijs inhoudt.
Daar komen dan nog eens de gevolgen van de exploïtatie van het Noordpoolgebied bij. Economische activiteit in de regio zal een extra lokale uitstoot van CO2 met zich meebrengen, die samen met het methaan en het smeltende ijs nog verder bijdraagt aan de opwarming.
Wereldprobleem met prijskaartje
De verdere opwarming en het exploïteren van de Noordpool zijn dus desastreus voor het milieu daar, maar de gevolgen van een (bijna) ijsvrije Noordpool zullen te voelen zijn over de hele wereld, en zullen heel wat ecologische en economische schade met zich meebrengen. Eerst en vooral komt er enorm veel smeltwater in de oceaan terecht. Dat water verandert de samenstelling van de wereldzeeën. De oceaan wordt er zuurder door en ook de stromingen en watercirculaties kunnen verschuiven. Wijzigingen in het fragiele weersysteem blijven natuurlijk niet alleen tot het water beperkt. Boven zee, hoog in de atmosfeer, zal een verandering van het Noordpoolklimaat leiden tot een verschuiving van de straalstroom. Dat het in Europa zo koud was deze winter en de zomer zo lang op zich liet wachten, was al te danken aan een verandering in de straalstroom.
Al die factoren leiden tot klimatologische problemen waar landen wereldwijd zich tegen moeten gaan wapenen. Kleine eilandstaten en kuststeden als New York zullen bescherming moeten zoeken tegen de hogere zeespiegel, en Europa en de VS zullen te kampen krijgen met extreme winters en abnormaal lenteweer. De derdewereldlanden zullen echter het grootste deel van de klap opvangen. Een verandering van het klimaat daar zal de opbrengst van gewassen nog verminderen, de weersomstandigheden extremer maken en gezondheidsproblemen doen toenemen.
Wanneer we in die gewijzigde klimatologische omstandigheden willen blijven leven zoals vandaag, is daar een prijskaartje aan verbonden. Erg conservatief geschat gaat het volgens Whiteman om 60 biljoen dollar. Ter vergelijking: de volledige wereldeconomie was in 2012 goed voor een omzet van 70 biljoen dollar. Bij zulke bedragen valt de honderd miljard aan potentiële investeringen in het Noordpoolgebied in het niets. Daarom is het best te investeren in een beperking van global warming, zeker in het Noordpoolgebied. Nieuwe scheepvaartroutes en gemakkelijk toegankelijke olie wegen niet op tegen de gevolgen van een verdere opwarming van de Noordpool. Als we het niet uit ecologische overwegingen willen doen, dan maar voor de portemonnee, besluit Whiteman.
Verstoorde voedselketen
Voor de dieren die de Noordpool hun thuis noemen gaat het nu al de slechte kant op.
De aanwezigheid van ijs houdt een ingewikkeld en fragiel ecosysteem in stand. De afhankelijkheid van zee-ijs beperkt zich niet tot dieren die een groot deel van hun leven op de ijsschotsen doorbrengen, zoals de zeehond. Een simpel voorbeeld: het ijs bepaalt mee de temperatuur van het water eronder. Wanneer het ijs vroeger smelt zullen algen en plankton zich vroeger vermenigvuldigen. Vissen zoals de Arctische kabeljauw zijn echter afhankelijk van de kleine waterdiertjes voor hun voeding. Momenteel zijn de cycli van beiden op elkaar afgestemd, maar als het plankton zich te vroeg voortplant zal de kabeljauw het moeilijk krijgen en zal hij zich anders moeten gedragen. Dat is dan weer een probleem voor de zeehond, die zich graag te goed doet aan de kabeljauw. Het waterzoogdier moet verder gaan zoeken, vindt minder voedsel, en komt onderweg de orka tegen met alle gevolgen van dien. (Tijdelijk) goed voor de orka, slecht voor alle andere dieren.
Wanneer hun habitat te sterk wijzigt, zullen niet alle diersoorten de gevolgen overleven. De walrus bijvoorbeeld, moet zich door de kleinere hoeveelheden beschikbaar ijs noodgedwongen verplaatsen naar de kust van Alaska. Daardoor ligt voedsel vaak buiten hun bereik, wat al eerder tot massale sterfte binnen de diersoort leidde.
Grijsbeer, resultaat van een ijsbeer en een grizzly.
Hybride ijsbeer
Ook voor de ijsbeer ziet het er niet goed uit. Als de zee minder lang bevroren is, heeft de beer minder tijd om op zoek gaan naar eten, waardoor hij verzwakt. Daarom duiken ijsberen op het vasteland op, waar ze zich aangetrokken voelen tot hun neefjes en nichtjes: de grizzlyberen. Door voortplanting met grizzly ’s zal de soort op termijn hybridiseren, wat in de praktijk het verdwijnen van de witte ijsbeer inhoudt. Niet alleen de ijsbeer vermengt zich met andere soorten, volgens een studie in Science deze week is dat het geval bij zeven paar diersoorten op de Noordpool. Als die situatie blijft duren, zullen er van veertien verschillende soorten nog slechts zeven overblijven.
Gevolgen van de klimaatopwarming blijven niet beperkt tot dieren die rechtstreeks op of onder het ijs leven. Vele diersoorten, zoals de poolvos en de wolf, leven op de eilanden tussen Groenland en Canada. Daar zijn ze gedurende de zomer geïsoleerd, maar tijdens de winter kunnen ze elkaar via het ijs opzoeken. Als die winterse ijsroutes wegvallen, zullen de populaties genetisch geïsoleerd geraken. Voor kleine groepen van dieren kan dat rampzalig zijn, aangezien zij alleen kunnen overleven dankzij genetisch materiaal afkomstig van hun soortgenoten op andere eilanden.
IJs brengt niet alle diersoorten bij elkaar, voor sommigen kan het een barrière vormen. Verschillende oosterse zeezoogdieren zijn gescheiden van hun westerse equivalenten dankzij het ijs. Wanneer die scheiding verdwijnt, kunnen de dieren samenkomen en dat is niet noodzakelijk goed nieuws. In het oosten bestaan er namelijk andere ziektes en parasieten dan in het westen. Oosterse dieren zijn niet bestand tegen deze westerse ziektekiemen en omgekeerd. Die besmetting met nieuwe ziektes komt steeds meer voor bij zeezoogdieren die hun toevlucht op het land moeten zoeken, waar ze in contact komen met virussen en bacteriën waartegen ze niet bestand zijn.
Van al deze problemen zien we nu al de eerste tekenen. Een verdere verdwijning van het Noordpoolijs zal de ernst ervan alleen maar doen toenemen. Het smelten van het ijs wil geenszins zeggen dat er plots geen leven meer zal zijn in de noordelijke wateren, maar als het dooiproces onverminderd zijn gang gaat, zullen veel dieren, waaronder de iconische ijsbeer, wel voor altijd verdwijnen.