Waarom sommige vogels ‘handig’ zijn met hun poten

Sommige vogels zijn behendig met hun poten. Wetenschappers hebben ontdekt waar die vaardigheid vandaan komt.

De evolutionaire voorouders van vogels hadden vier poten. Toen vogels zich van hen afsplitsten en tot ontwikkeling kwamen, veranderden de twee voorpoten in vleugels. Die stelden hen in staat om te vliegen, maar tegelijk ruilden ze daar heel wat vaardigheden voor in. Met hun vleugels was het onmogelijk om objecten vast te pakken of te verplaatsen: een onmisbare skill om eten te verzamelen, nesten te bouwen en voor de jongen te zorgen. Veel vogelsoorten gingen voor dat soort taken hun snavel gebruiken.

Toch zijn er ook soorten die niet alles met hun snavel doen, maar ook hun poten – de voormalige achterpoten dus – gebruiken. Waarom sommige vogelsoorten dat wel kunnen en andere niet, was tot nu toe onbekend.

Prooien

Onderzoekers aan de University of Alberta brachten daar verandering in. Zij analyseerden duizenden foto’s en video’s van meer dan duizend vogelsoorten afkomstig uit professionele databanken én op sociale media. Van de vogels die behendig zijn met hun achterpoten, brachten ze de evolutionaire stamboom in kaart. De vogels van deze groep, waartoe onder andere papegaaien, valken, uilen en zangvogels behoren, hebben een gemeenschappelijke voorouder die in bosrijk gebied leefde. De onderzoekers vermoeden dat de achterpoten in die omgeving aanvankelijk zo evolueerden dat de vogels zich makkelijk konden vastgrijpen aan de boomtakken. Die eigenschap stelde hen vervolgens in staat om hun poten ook voor andere taken te gebruiken.

Die eigenschap evolueerde verder in de verschillende vogelsoorten, wat verklaart waarom sommige vogels die in bomen leven behendiger zijn dan andere vogels. Mogelijk speelt het dieet daarbij een rol: het vangen en verorberen van prooien vereist meer behendigheid dan het eten van fruit of kleine insecten.