De hoeveelheid calorieën die zangvogels zoals vinken binnenspelen, is niet gelijk aan de portie die ze effectief verbranden.
Een Engelse bioloog vroeg zich af waarom de vogels in zijn tuin niet dik en vet werden, hoewel ze totaal geen gebrek hadden aan voer op de voederpaal. Bezitten ze een ingebouwde limiet die wij mensen ontberen, en die ervoor zorgt dat ze precies voldoende eten om de dag door te komen? Of hebben ze een nog onbekend mechanisme dat ervoor zorgt dat de overtollige calorieën meteen worden opgebrand?
De bioloog ging op zoek naar een antwoord in de vakliteratuur, waarbij hij honderden artikels doorploegde. De zoektocht leverde geen finaal resultaat op, al wijst de bestaande kennis wel in de richting van de tweede hypothese. Vogels – en in het bijzonder zangvogels zoals vinken (die de bioloog elke ochtend in zijn tuin zag) – lijken inderdaad een mechanisme te bezitten waarmee ze de energieopname uit voedsel kunnen verhogen (bij schaarste), of waarmee ze hun metabolisme een tandje hoger kunnen schakelen (bij overvloed).
Dat hogere metabolisme laat zich volgens de onderzoeker vertalen in sneller klapwiekende vleugels of een luider en scherper gezang.