Warme herfst door opwarming aarde?
05 november 2015 door TETerwijl we klimatologisch gezien recht hebben op 11 of 12 graden, meten we nu al enkele dagen temperatuursmaxima van 18, 19 of zelfs 20 graden. Een gevolg van de klimaatverandering?
Het is dezer dagen warmer dan gewoonlijk rond Allerheiligen. Ook de waarnemingen bevestigen het. Terwijl we klimatologisch gezien recht hebben op 11 of 12 graden, meten we nu al enkele dagen temperatuursmaxima van 18, 19 of zelfs 20 graden. De klimaatsverandering klopt dus duidelijk op onze achterdeur. Of toch niet?
Weer en klimaat
We moeten eerst een duidelijk onderscheid maken tussen de begrippen weer en klimaat.
Als we over het weer praten, dan gaat het over de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats of in een bepaalde regio én op een bepaald moment.
Het woord klimaat betekent de gemiddelde weerstoestand én de extremen in een bepaald gebied over een periode van ten minste 30 jaar.
Dit betekent dat men dus nooit het weer op een bepaalde dag kan linken aan de klimaatsverandering. In dezelfde optiek hebben de temperatuur-dagrecords geen enkele klimatologische waarde. Enkel wanneer men het weer tijdens de herfstvakantie van de laatste 30 jaar naast elkaar zou bekijken, zou men kunnen zien of de temperatuur in deze periode echt evolueert en zou men deze verandering eventueel kunnen toeschrijven aan de globale opwarming.
Net hetzelfde met zomers noodweer. Het Pukkelpop-onweer kan je niet toeschrijven aan de verandering van het klimaat. Enkel als statistieken aantonen dat dergelijk noodweer tijdens de laatste dertig jaar steeds vaker voorkomt, kan je die link leggen.
Waar komen die hoge temperaturen dan vandaan?
Ons weer wordt bepaald door de luchtsoort die over ons land stroomt. De karakteristieken van die lucht zijn afhankelijk van de regio waar de lucht vandaan komt. Lucht neemt immers de eigenschappen over van haar brongebied. Komt de lucht van een warme en droge regio, dan zal die bij ons doorgaans warm en droog weer brengen. Komt de lucht daarentegen van een koud en vochtig gebied, reken dan maar op neerslag en lage temperaturen. De vochtige gebieden zijn uiteraard de zeeën en oceanen, terwijl droge lucht van ver over het continent vandaan komt. Of het in het brongebied warm of koud is, wordt in grote mate bepaald door het seizoen.
Door de hoge warmtecapaciteit van water én door de enorme massa die voortdurend in beweging is, is de Atlantische Oceaan ten westen van Europa op zijn warmst ná de zomer, dus in de herfst en het begin van de winter.
Tijdens de wintermaanden heeft de oceaan langzaam kunnen afkoelen. In de lente en het begin van de zomer is de temperatuur van het oceaanwater dus het laagst.
In West-Europa is de overheersende windrichting zuidwest tot west. Vandaar dat wij een gematigd zeeklimaat kennen, met relatief koele zomers en zachte winters. Neerslag hebben we in alle maanden, zoals je wel al merkte.
Tijdens de vorige en huidige week was een hogedrukgebied boven Centraal- en Oost-Europa de hoofdrolspeler op onze weerkaarten.
Analysekaart van Britse weermodel van 03/11/2016
Dit zorgde voor een zuidoostelijke tot zuidelijke stroming, die dus warme lucht naar onze regio aanvoerde.
Aan deze situatie komt bijna een einde. Tijdens het weekend zal de stroming gaan draaien naar zuidwest tot west, waardoor we volgende week koelere temperaturen krijgen, die dichter bij de klimatologisch gemiddelde waarden liggen voor deze periode van het jaar.