Zo weten ze wanneer ze het best het water induiken om een prooi te vangen.
Duikende zeevogels, zoals aalscholvers, letten op elkaar om te weten wanneer ze het beste in het water kunnen schieten naar een prooi. Dat blijkt uit Engels onderzoek.
Aalscholvers zijn twee keer zo vaak geneigd te vissen nadat ze een soortgenoot onder water zien duiken. De onderzoekers filmden de vogels bij de eilanden van Scilly, bezuiden Cornwall, om het duikgedrag te observeren en te bestuderen. “Onze resultaten suggereren dat deze vogels niet slechts reageren op wat ze onder water voorbij zien zwemmen, maar vooral op het gedrag van soortgenoten en kopiëren dat”, zegt bioloog en hoofdauteur Julian Evans. “Ze gebruiken dus andere leden van de zwerm als informatiebron. Dat helpt de vogels de beste plek te kiezen om te vissen.”
Dit gedrag heeft verschillende voordelen. Het in de gaten houden van andere vogels helpt energie te besparen, omdat ze minder proefduiken moeten nemen voordat ze beet hebben. Samen duiken verhoogt tevens de kans op succes, omdat de prooivissen zich mogelijk hebben verspreid en vermoeid zijn geraakt na eerdere vergeefse duikvluchten.
Volgens Evans is het belangrijk om het visgedrag van zeevogels beter te begrijpen. “Die vogels staan namelijk onder grote druk vanwege minder vissen in de zee, klimaatverandering en verlies van leefomgeving.”