Zonlicht hypothekeert olie-opruiming

25 april 2018 door SST

De zon schijnt maar beter niet tijdens het bestrijden een olieramp. Bij zonnig weer wordt de olie ‘immuun’ tegen de gebruikte opruimingsmiddelen.

Na verlies van (ruwe) olie op zee komt het erop aan de olievlek zo snel mogelijk af te breken, zodat het goedje uiteenvalt in microscopische partikels die zich vervolgens kunnen vermengen met het zeewater – waar ze worden opgeruimd door mariene microben.

Daarom gooien vliegtuigen bij olierampen vaak chemicaliën uit over de drijvende olie. Deze chemicaliën bestaan enerzijds uit detergenten die de olie afbreken, en anderzijds uit solventen die ervoor zorgen dat de detergenten, de olie en het zeewater zich kunnen vermengen. Zonder die laatste stap hebben de detergenten immers geen effect.

Amerikaanse wetenschappers hebben nu echter ontdekt dat de werking van de huidige gebruikte solventen wordt tegengewerkt door zonlicht. ’t Is te zeggen, het chemische karakter van de olie verandert zondanig dat de solventen er geen vat meer op hebben. De onderzoekers vergelijken de manier waarop de olie ‘verweert’ met kleren die hun kleuren kwijtspelen na te lang in de zon te hebben gehangen.

De wetenschappers gingen uitermate zorgvuldig te werk. Ze gebruikten onder andere olie van het boorplatform Deepwater Horizon, dat in 2010 ontplofte in de Golf van Mexico. Ze namen daarbij zowel olie die al enkele dagen op zee had gelegen (en was blootgesteld aan zonlicht) als olie uit de onderzeese pijpleiding van het platform (die het zeeoppervlak nog niet had kunnen bereiken). Daarna volgden nog een hele reeks tests in het laboratorium.

De resultaten laten er geen twijfel over bestaan: bij enkele dagen zonnig weer is de olie al zodanig veranderd dat de bestrijdingsmiddelen nog maar maximaal met halve kracht kunnen werken. Daardoor voldoen ze eigenlijk niet meer aan de minimale eisen van het Amerikaanse milieuagentschap EPA.