De ijskap op Antarctica herbergt gigantische gletsjers die als witte landtongen uitlopen in de Zuidelijke Oceaan. Vanaf een bepaalde afstand laat het gletsjerijs los van de zeebodem, waarna het aan de druk van het diepe water genoeg heeft om zich drijvende – beter is: zwevende – te houden. Die afstand duiden glaciologen aan met de grounding line. Door die te meten en in kaart te brengen, kunnen ze bestuderen hoe snel de gletsjers langs de onzichtbare kant smelten.
Britse glaciologen hebben het verloop van die grounding line voor honderden gletsjers onderzocht, en dit tussen de jaren 2010 en 2016. Ze deden dan met behulp van data van de Europese Cryosat-2-satelliet, waarmee normaal de dikte van ijskappen wordt gemeten. In totaal konden ze zo meer dan 16.000 kilometer van de Antarctische ‘kustlijn’ in kaart brengen.
"In zes jaar is er bijna 1.500 vierkante kilometer onderzees gletsjerijs gesmolten, te vergelijken met de oppervlakte van Groot-Londen"
De resultaten van het onderzoek klinken best alarmerend. Overal blijken de grounding lines zich terug te trekken – in de richting van het vasteland. Dat betekent dat de gletsjers een deel van hun ijs zijn kwijtgespeeld aan warme stromingen in de Zuidelijke Oceaan, die dan weer een gevolg zijn van de klimaatopwarming. De glaciologen vonden dat dit terugtrekken vijf keer zo snel verliep als tijdens de laatste periode van ‘deglaciatie’ – de opwarming die volgde na de piek van de vorige ijstijd, van ruwweg twintigduizend tot tienduizend jaar geleden.
Zo is er in zes jaar bijna 1.500 vierkante kilometer onderzees gletsjerijs gesmolten, wat in oppervlakte overeenkomt met de oppervlakte van Groot-Londen.