De oude Egyptenaren kweekten bavianen in gevangenschap voor ze gemummificeerd werden. Dat blijkt uit onderzoek van archeozoöloog Wim Van Neer van het Instituut voor Natuurwetenschappen en collega's. “Hoewel het heilige dieren waren, hadden ze geen gemakkelijk leven. Ze leden aan ondervoeding en hadden een gebrek aan zonlicht.”
Gedurende meer dan een millennium, van de 9e eeuw voor Christus tot de 4e eeuw na Christus, mummificeerden oude Egyptenaren miljoenen dieren. Ze zagen de dieren als de belichaming van goden onder de mensen. Katten, stieren en ibissen worden vaak gevonden in oude begraafplaatsen, en af en toe ook andere soorten zoals krokodillen en bavianen, hoewel die laatste zeer zeldzaam zijn. Bavianen vereerden ze als representaties van Thoth, de god van de maan en de wijsheid, en raadgever van zonnegod Ra.
“Van alle dieren die de oude Egyptenaren vereerden waren bavianen de enige die niet voorkomen in Egypte en dus moesten worden ingevoerd”, zegt Van Neer. “We weten nog zeer weinig over hoe ze aan deze dieren kwamen en in wat voor omstandigheden ze werden gehouden vóór hun mummificatie.” In deze studie bestudeerden de onderzoekers een verzameling bavianenmummies uit de oude Egyptische vindplaats Gabbanat el-Qurud, de zogenaamde Vallei van de Apen aan de westelijke oever van Luxor.
Skeletmisvormingen
Het team onderzocht skeletresten van zo’n 36 individuele bavianen van twee soorten, Mantelbavianen (Papio hamadryas) en Groene bavianen (Papio anubis), gedateerd tussen 800 en 500 voor Christus. De resten werden al in 1905 en 1906 opgegraven door een Frans team van het Muséum d'Histoire Naturelle de Lyon, waar ze nu nog steeds worden bewaard. De oorspronkelijke beschrijving, die bijna 120 jaar oud is, besteedde relatief weinig aandacht aan de skeletmisvormingen bij de bavianen van Gabbanat el-Qurud. De studie van Van Neer en zijn collega’s bekijkt de vondsten opnieuw, maar dan met de focus op paleopathologie (de studie van de ziektegeschiedenis aan de hand van oude dierlijke resten), om zo meer te weten te komen over de omstandigheden waaronder de bavianen werden gehouden.
De meeste bavianen moeten hebben geleden aan ondervoeding en een gebrek aan zonlicht. Wim Van Neer, Instituut voor Natuurwetenschappen
“Slechts vier van de bavianen zagen er gezond uit, alle andere vertoonden gebreken”, aldus Van Neer. “Vaak hebben ze gebogen ledematen, wat typerend is voor rachitis. Dat komt door een tekort aan vitamine D, als gevolg van te weinig zonlicht.” De onderzoekers zagen ook veel misvormingen van de schedel en de onderkaak. Ook onevenwichtige, ontoereikende voeding kan de skeletmisvormingen mee verklaren. “De meeste bavianen moeten hebben geleden aan ondervoeding en een gebrek aan zonlicht.”
Opgroeien in gevangenschap
De skeletafwijkingen in Gabbanat el-Qurud tonen aan dat deze bavianen leden onder gebrekkige huisvesting en onaangepast voedsel gedurende het grootste deel van hun leven. Dit suggereert dat de dieren in gevangenschap zijn geboren en getogen. Ook de min of meer gelijke verhoudingen van mannetjes en vrouwtjes en de aanwezigheid van zuigelingen en jonge dieren wijzen erop dat een lokale kweekpopulatie bestond om aan de vraag te voldoen.
Bavianen zijn goede klimmers en werden waarschijnlijk daarom in gebouwen of omheiningen met hoge muren gehouden. Wim Van Neer, Instituut voor Natuurwetenschappen
De slechte leefomstandigheden van de oude Egyptische bavianen lijken in contrast te staan met de uitgebreide, respectvolle behandeling die de dieren kregen na hun dood, als mummies. Maar Van Neer denkt dat de bedoelingen goed waren: “Waarschijnlijk werd geprobeerd goed voor de dieren te zorgen, maar dat moet niet eenvoudig zijn geweest. Bavianen zijn goede klimmers en werden waarschijnlijk daarom in gebouwen of omheiningen met hoge muren gehouden om te voorkomen dat ze zouden ontsnappen. Daardoor hadden ze een gebrek aan zonlicht en kregen ze ontwikkelingsstoornissen. Er zijn geen tekenen van gebroken botten die zouden suggereren dat de dieren fysiek slecht werden behandeld; één uitzondering is de gezwollen schedelpan van een individu dat een klap op zijn hoofd heeft gekregen.”
Via de Nijl en de Rode Zee
De onderzoekers identificeerden ook een klein aantal gezonde exemplaren dat waarschijnlijk rechtstreeks uit het wild is geïmporteerd, mogelijks om verder mee te kweken. Bavianen komen van nature niet voor in Egypte, en moesten worden ingevoerd via handelsroutes. “Ze gingen heel ver om die dieren te importeren”, aldus Bea De Cupere (Instituut voor Natuurwetenschappen), co-auteur van de studie. “De Groene bavianen kwamen uit het zuiden, uit het huidige Soedan, en werden stroomafwaarts overgebracht via de Nijl.” De invoer van Mantelbavianen was minder eenvoudig. Die kwamen van de Hoorn van Afrika of het zuidelijke deel van het Arabisch Schiereiland. “Dat betekent dat ze eerst met boten over de Rode Zee moesten en daarna door de woestijn!”
Ze gingen heel ver om de dieren te importeren. Bea De Cupere, Instituut voor Natuurwetenschappen
Gevangen en overgebracht worden naar het oude Egypte was zonder twijfel geen prettig moment in het leven van een baviaan. Daarvan getuigen ook twee snijtanden in de boven- en onderkaak van één van de gezonde bavianenskeletten. “Je ziet een horizontale lijn op de tand, dat noemen we hypoplasie”, aldus De Cupere. “Zo’n lijn wijst op een tijdelijke stop van de groei van de tand door een periode van grote stress. Waarschijnlijk is deze afwijking veroorzaakt doorstress op het moment dat ze de baviaan gevangen namen, toen die ongeveer 2 jaar was. Het dier leefde nadien nog 6 jaar in gevangenschap, afgaand op de tandslijtage.”
Verdere studies
Deze resultaten bieden inzichten in hoe bavianen werden gehouden en behandeld in het oude Egypte vóór hun uiteindelijke mummificatie. Maar er valt nog meer te weten te komen. De auteurs suggereren bijvoorbeeld dat verder onderzoek naar de tanden van de dieren meer gegevens zou kunnen opleveren over welke voeding ze precies kregen. En als het zou lukken om DNA uit de resten te extraheren, zouden ze kunnen achterhalen waar de dieren in het wild werden gevangen en welke kweekpraktijken hun verzorgers toepasten.
De studie is gepubliceerd in het vaktijdschrift PLOS ONE: Palaeopathological and demographic data reveal conditions of keeping of the ancient baboons at Gabbanat el-Qurud (Thebes, Egypt).