Het eerste geblaf

07 februari 2014 door TN

Waar en wanneer hond en mens voor het eerst samenwerkten blijft tot op vandaag onduidelijk. Een duik in de geschiedenis leert ons dat de ijstijd misschien verantwoordelijk is voor die verwarring.

De hond was het eerste dier dat door de mens werd gedomesticeerd. Dat gebeurde al millennia voor de eerste landbouwgronden werden bewerkt, wat zo’n 10.000 jaar geleden plaatsvond. Maar waar en wanneer de wilde wolf exact verpopte tot een baasjesliefhebbende hond blijft onduidelijk. Zo’n 15.000 jaar geleden is een redelijke schatting, al is die tegenstrijdig met 30.000 jaar oude hondenrestanten die werden teruggevonden.


Oerwolf
De zoektocht naar de eerste hond was lange tijd het domein van archeologen. In 1997 vond het eerste grote genetische onderzoek plaats. Het team van Robert Wayne van de universiteit van Californië vergeleek daarvoor mitochondriaal DNA van honden en wolven. Het onderzoek duidde de grijze wolf aan als voorvader van de hond en plaatste de splitsing tussen beide een vergezochte 135.000 jaar geleden. Naarmate de jaren vorderden vond er meer en gedetailleerder genetisch onderzoek plaats maar die zorgden niet voor een grote eensgezindheid over de datum. Dat komt omdat men weinig weet over de mutatiesnelheid van honden, de constante snelheid waarmee DNA-sequenties door de jaren heen veranderen. Een studie die in januari dit jaar in PLoS Genetics verscheen plaatst het domesticatieproces 11.000 tot 16.000 jaar geleden. Wanneer men rekening houdt met de onzekere mutatiesnelheid wordt dat 9.000 tot 34.000 jaar geleden. Een ruime marge.


Datzelfde onderzoek verzamelde gegevens van zowel wilde als tamme hondachtigen uit Eurazië, Afrika en Australië. Daaruit bleek dat, ongeacht hun geografische locatie, de honden genetisch meer op elkaar leken dan op de wilde voorvaderen die in hun gebied rondzwerven. Hetzelfde geldt voor de wolven.


Dat doet vermoeden dat honden niet van de hedendaagse wolven afstammen, maar dat beide een gemeenschappelijke wilde voorouder hadden, zeg maar een ‘oerwolf’.


Waar precies de eerste hond geboren werd is ook al een vraagteken. Een studie uit 2012 stelt dat wolven uit het Verre en Midden-Oosten DNA hebben bijgedragen aan moderne hondensoorten. Om een jaar later te worden tegengesproken door een DNA-studie uit Science die claimt dat Europa de bakermat van de hond is, omdat alle moderne honden dichter verwant zijn met de oude wolven en honden uit Europa dan uit andere werelddelen. Het grootste probleem is dat de populaties hondachtigen uit Eurazië zich al duizenden jaren met elkaar vermengen, wat het heel moeilijk maakt om een genetisch klare lijn te vinden.


Het onderzoek uit Science houdt ook rekening met de hond van Goyet, de Belgische inbreng in deze ingewikkelde zoektocht. Paleontologe Mietje Germonpré beschreef in 2009 het 31.700 jaar oude fossiel dat in de 19de eeuw gevonden werd in de grotten van Goyet, in de buurt van Namen, en sindsdien in het Brusselse Museum voor Natuurwetenschappen ligt. Omdat de schedel verschilde met die van een wolf beschreef Germonpré de soort als een hond. Het is daarmee het oudste bekende fossiel van onze trouwste viervoeter. Volgens het Science-onderzoek behoort deze hond toe aan een uitgestorven zustergroep, suggererend dat de schedel van Goyet stamt uit een vroege domesticatieperiode, zonder nakomelingen.

IJstijd
Misschien zit dat laatste wel het dichtst bij de waarheid. Een internationale groep wetenschappers opperde in 2011 in het vakblad PLoS One voor het eerst de theorie dat de domesticatie van de hond door de mens niet één maar verscheidene malen gebeurde. Niet enkel geografisch verspreid, maar ook door de tijd heen. De hond van Goyet was 31.700 jaar geleden misschien bij de eerste honden.


Maar op het hoogtepunt van de laatste ijstijd, 26.500 tot 19.000 jaar geleden, was de invloed van de koude op het leven van de mensen zo groot dat het domesticatieproces werd verstoord. De hond verdween uit het leven van de mens en kwam pas terug toen de omstandigheden gunstiger werden. Dat zou verklaren waarom er hondenresten van 30.000 jaar oud worden teruggevonden terwijl het meeste genetische onderzoek gebaseerd op hedendaagse honden het domesticatieproces na de ijstijd plaatst.


Maar de belangrijkste vraag is misschien wel waarom de mens überhaupt geïnteresseerd was in de hond. Een theorie luidt dat de wolf de rondtrekkende jagers-verzamelaars volgde, diens restjes opat en zo gewend raakte aan de mens. Al kunnen we ons de vraag stellen hoe goed wolven kunnen overleven wanneer ze constant door de territoria van vijandige soortgenoten lopen voor wat waarschijnlijk een schamel maal was. Aannemelijker is dat onze voorouders doelbewust wolven opzochten. Eerst door pups mee te nemen uit een nest en ze even in gevangenschap te houden alvorens te slachten voor vlees en huid. Later door de dieren met de meest interessante kenmerken en gedragstrekken te laten leven en voortplanten. De honden werden dan een handig werktuig om bijvoorbeeld lasten te vervoeren. Door honden te houden kreeg de mens een troef in handen die misschien wel evolutionaire geschiedenis schreef. Homo sapiens beschikte namelijk over honden, maar de neanderthaler, die uiteindelijk het onderspit zou delven, waarschijnlijk niet…

Dit artikel verscheen ook in Eos Weekblad. Elke vrijdag bieden we u een nieuwsgedreven weekblad, gelardeerd met beeld en geluid. De Eos-app kunt u gratis downloaden (iOS en Android). Met die app haalt u de wekelijkse uitgaven gratis binnen, en kunt u ook Eos Magazine, Psyche&Brein en Eos Memo kopen.