Een genetische studie op prehistorische honden laat zien dat er meer dan 11.000 jaar geleden al minstens vijf verschillende hondentypes waren.
Onze trouwe viervoeter was dus al wijdverspreid en divers in de periode vlak na de laatste ijstijd, toen de mens nog jager-verzamelaar was. Maar de enorme waaier aan hondenrassen die we vandaag zien, gaat terug op slechts een klein deel van die vroege hondendiversiteit.
Een internationaal onderzoeksteam onder leiding van het Francis Crick Institute en de universiteiten van Oxford en Wenen analyseerde DNA (ancient DNA of aDNA) van 27 prehistorische honden. Sommige leefden tot 11.000 jaar geleden nog in Europa, het Nabije Oosten en Siberië. De genetici ontdekten dat toen, net na de laatste ijstijd en nog voor enig ander dier werd gedomesticeerd, er al minstens vijf afstammingslijnen van honden waren, met elk een andere genetische geschiedenis.
De enorme diversiteit bij de huidige honden gaat dus terug op de periode toen de mens nog jager-verzamelaar was. ‘Een deel van de variatie die je ziet tussen honden vandaag ontstond tijdens de laatste ijstijd, en tegen het einde van die periode waren honden al wijdverspreid in het noordelijk halfrond’, zegt Pontus Skoglund, onderzoeker aan het Francis Crick Institute en een van de auteurs van de studie.
Voor deze studie haalden de wetenschappers DNA uit skeletmateriaal van de honden. De analyse ervan biedt een blik in het verleden, en laat toe evolutionaire veranderingen te zien die vele duizenden jaren geleden plaatsvonden.
Tegen het einde van de laatste ijstijd waren honden al wijdverspreid in het noordelijk halfrond Onderzoeker Pontus Skoglund
Verloren diversiteit
Het team toonde aan dat die verschillende ‘lijnen’ van vroege honden zich in de voorbije 10.000 jaar hebben vermengd en zich ook hebben verplaatst. Die grote vermenging heeft geleid tot de honden die we vandaag kennen. Zo waren vroege Europese honden aanvankelijk divers: ze vertonen genetische sporen van twee totaal verschillende populaties, één verwant aan honden uit het Nabije Oosten, en een andere verwant aan Siberische honden. Maar ergens is die diversiteit verloren gegaan, want ze is niet meer aanwezig in de Europese honden vandaag.
Anders Bergström, hoofdauteur en onderzoeker aan het Crick Institute: ‘Vier- à vijfduizend jaar geleden was er in Europa een grote diversiteit aan honden. Maar de huidige Europese honden, met hun ongelofelijke waaier aan verschijningsvormen, zijn genetisch gezien nazaten van slechts een heel kleine stukje van de rijke diversiteit die er ooit was.
Met de mens mee
De onderzoekers vergeleken ook de veranderingen in de hondenevolutie met hoe de mens evolueerde, migreerde en/of van levensgewoonten veranderde. Daarvoor onderzochten ze 17 menselijke genomen die in plaats, tijd en culturele context overeenkomen met die van de honden. In veel gevallen vonden gelijkaardige veranderingen plaats, mogelijk omdat mensen hun honden meenamen toen ze migreerden naar andere delen van de wereld. Maar er zijn ook gevallen waarin het verhaal van mens en hond niet gelijk loopt (honden kunnen los van de mens migreren of verhandeld worden). Zo zagen de onderzoekers dat de hondendiversiteit die er in het vroege Europa nog was, ongeveer vijfduizend jaar verloren ging door de verspreiding van één enkele hondenlijn - waarvan het oudste gekende exemplaar in noordelijk Europa gevonden - die de andere populaties verving. Die opvallende gebeurtenis is niet weerspiegeld in de menselijke populaties. Wat die omwenteling veroorzaakte bij de honden, moet nog uitgeklaard worden.
‘Honden zijn onze oudste en trouwste dierlijke partners’, zegt Greger Larson, auteur en onderzoeker aan University of Oxford. ‘DNA-analyse van oude honden toont ons hoe ver onze gemeenschappelijke geschiedenis reikt, en zal ons uiteindelijk helpen begrijpen wanneer en waar deze verregaande relatie begon.’
Ron Pinhasi, auteur en onderzoeker aan de universiteit van Wenen: ‘De analyse van oud DNA bracht een omwenteling teweeg in de studie van onze eigen voorouders, en begint nu hetzelfde te doen voor honden en andere gedomesticeerde dieren. Onze trouwste viervoeter bestuderen voegt een laag toe aan de kennis van de menselijke geschiedenis.’
Honden zijn onze oudste en trouwste dierlijke partners. DNA-analyse van oude honden toont ons hoe ver onze gemeenschappelijke geschiedenis reikt Onderzoeker Greger Larson
Hond ontstond uit één wolvenpopulatie
Veel vragen blijven open. Onderzoeksteams proberen nog altijd te weten te komen waar en in welke menselijke culturele context wolven voor het eerst gedomesticeerd werden. De studie vond alvast geen bewijs dat dat domesticatieproces meerdere keren plaatsvond bij verschillende geografisch verspreide wolven. Alle honden stammen volgens de onderzoekers af van één wolvenpopulatie (of van verschillende nauw verwante wolvenpopulaties).
Deze studie, waaraan ook onze paleontologe Mietje Germonpré meewerkte, staat in Science. Germonpré bestudeert onder meer het mogelijk oudste hondenfossiel ter wereld, de 36.000 jaar oude hond van Goyet, uit de gelijknamige grot in de buurt van Namen. De hond van Goyet maakte wel geen deel uit van deze genetische studie.