Archeologen van het KBIN en Urban.Brussels zijn op de site van de voormalige Brusselse ‘Parking 58’ op overblijfselen gestoten van de haven die er in de 15de eeuw lag.
De site bevindt zich in hartje Brussel, vlakbij het Sint-Katelijneplein. ‘We wisten uit oude teksten van het bestaan van de middeleeuwse haven in het centrum van Brussel’, zegt Ann Degraeve, hoofd van het Departement Archeologisch Erfgoed bij Urban.Brussels. ‘Dit is echter de eerste keer dat we hem werkelijk kunnen zien’. Degraeve is heel enthousiast: ‘We zijn zelfs op intacte kades van de vroegere Zenne gestoten!’ De gevonden potscherven wijzen uit dat het om een 15de-eeuwse vindplaats gaat. Verder onderzoek op het aardewerk zal dit nog scherper stellen tot op 25 jaar nauwkeurig.
Uitzonderlijke vondst
De belangrijkste vondst tot nu toe is een houten visfuik. Nooit eerder is in ons land zo’n intact exemplaar gevonden. Ze lag op de bodem van de Zenne, waar de omstandigheden ideaal waren om vijf eeuwen te doorstaan. ‘Organisch materiaal, zoals hout en leer, vind je maar zelden terug bij archeologische opgravingen’, vertelt Koen Deforce, archeobotanist bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. ‘Dit kan alleen als de resten afgesloten zijn geweest van zuurstof, anders zijn ze binnen een paar jaren verteerd. De bodem van de Zenne was een zuurstofarme plek en het sediment heeft de fuik snel afgedekt, waardoor we ze vandaag nog in al haar glorie kunnen bewonderen.’
Het bedrijf KunstWacht uit Delft moest de fuik uit de bodem komen halen. De experts ontwierpen daarvoor een op maat gemaakte kist die ze uiterst voorzichtig rond de fuik en de omringende aarde plaatsten. Een gigantische graafmachine hielp de ijzeren plaat, die als bodem van de kist diende, eronder te schuiven. Een spannend moment, want één verkeerde beweging en het eeuwenoude hout breekt in duizend stukjes.
Koen Deforce onderzocht al een twijgje van de fuik. ‘Het is wilgenhout, niet verrassend, want wilg is een van de meest flexibele houtsoorten in onze streken. Het gros van het middeleeuwse vlechtwerk is eruit gemaakt.
Voor de fuik kan worden tentoongesteld, moet ze eerst nog een aantal behandelingen ondergaan. ‘Ze is goed bewaard, maar een groot deel van de cellulose, essentieel voor de stevigheid van plantencellen, is uit het hout verdwenen’, zegt Jef Pinceel, verantwoordelijke van de archeologische collectie bij Urban.Brussels. ‘De houtcellen worden op dit moment alleen opengehouden door water. We gaan de fuik daarom eerst doordrenken van een product dat ervoor zorgt dat het hout zoveel mogelijk zijn originele vorm behoudt, ook zonder water. Vervolgens verwijderen we het water door de fuik te vriesdrogen en maken we ze nog zoveel mogelijk schoon.’ Ze blijft wel op het ondersteunende zandblok liggen, anders valt ze uiteen.
De middeleeuwse Brusselaar
De goede bewaringsomstandigheden op de bodem van de Zenne hebben nog ander moois beschermd tegen de tand des tijds. ‘Het ligt er vol schoenen!’, zegt archeoloog Stephan Van Bellingen. ‘Bij de meesten is enkel de zool nog over, maar af en toe vinden we zelfs een intacte bovenkant.’ Ook waren er veel goedbewaarde fruitpitten zichtbaar in het sediment. Lien Speleers, archeobotanist aan het KBIN, kwam al enkele stalen nemen: ‘Aan de hand van de zaden en vruchten in de grondstalen kunnen we onder meer zien welke granen, peulvruchten, groenten, fruit en kruiden de Brusselaars toen aten. Verder kunnen ze ook informatie geven over de landbouw van de 15de eeuw en mogelijk ook over het gebruik van planten voor andere economische activiteiten, denk maar aan verf- of textielplanten.’ Haar collega Bea De Cupere, archeozoöloog, onderzoekt dan weer de botjes en visgraten. Zo vertelt de bodem ons iets over het dieet van de middeleeuwse Brusselaar.
Landschap reconstrueren
Ook over het landschap kunnen we veel te weten komen. In de sedimenten zit namelijk ook veel goedbewaard pollen, afkomstig van bomen en andere planten uit het omgevende landschap. Ook de dikke laag houtsnippers kan ons een en ander vertellen, vertelt Deforce: ‘Deze stukjes hout zijn vermoedelijk afval van het maken van constructiehout. De middeleeuwers voerden boomstammen rechtstreeks naar de plek waar het hout nodig was, en zaagden er ter plekke balken en planken van, zoals hier voor het maken van de kades. Daarbij komen houtsnippers vrij, die dan onder andere in het water terechtkwamen. Enorm interessant voor ons, want zo zien we welke boomsoorten men gebruikte. We onderzoeken ook of er een overgang te zien is van betere naar minder kwalitatieve boomsoorten doorheen de eeuwen, wat erop zou wijzen dat er toen al sprake was van overexploitatie.’ Dit bleek onder meer uit gelijkaardig onderzoek op middeleeuwse afvalpakketten uit Gent.
De archeologen zijn wel even zoet met de vondsten van Parking 58. Hun onderzoek van de komende maanden en jaren zal ons een duidelijker beeld helpen vormen van de haven, het landschap en de Brusselaar tijdens de middeleeuwen. De werken gaan nog door tot op 15 meter diepte voor de bouw van het nieuw administratief centrum van de Stad Brussel.