Deze week ging het in het nieuws plots over de ontdekking van de nul. Het getal van niets was volgens een héél recent onderzoek gedateerd: het kwam uit de eerste eeuwen n. Chr. en dat zou groot nieuws zijn. Wiskundigen waren verwonderd, want was dit niet algemeen bekend?
Dit alles is echter goed geweten in wiskundige kringen sinds tientallen jaren en toch kwam het dan plots in het nieuws, in ‘The Guardian’ dan nog wel, waarna het overgenomen werd door verschillende andere kranten en media. Wat was er dan aan de hand? Welnu, de datering stelde wel enige problemen: er waren stukken die duidelijk naar de 2de-3de eeuw verwezen, andere naar de 8ste eeuw en nog andere naar de 10de eeuw. Een vermaard professor aan Oxford, Marcus du Sautoy, wou er eens het fijne van weten. Hij heeft een groot prestige, onder andere door zijn recente boek ‘Wat we niet kunnen weten’. Toen deze professor in de wiskunde en ‘hoogleraar voor het publieke begrip van de wetenschap’ (zijn officiële titel!) vroeg om enkele stukjes van het Bakhshali-document op te offeren om er de Koolstof-14 methode op toe te passen, ging de Bodleian-bibliotheek dan ook akkoord. Zo zou men een exacte datering kunnen doen, niet gebaseerd op vergelijkingen van tekstinhouden.
Chemicus David Chivall voerde deze C-14 datering uit, en kon bevestigen wat geweten was: de Bakhshali-documenten dateren uit de eerste eeuwen na Christus. Meer hield de ontdekking eigenlijk niet in, ze had 0 nieuwswaarde, maar door een goede mediacampagne bleek het plots alsof nu ineens de ouderdom van de nul was bepaald. Een leuk filmpje met een indrukwekkende machine voor de C-14 datering op de achtergrond, een BW (Bekende Wiskundige) plus nog wat mystiek, en hop, een nieuwe internet-hype was gecreëerd. Zeker, de nul heeft een aantal mysterieuze eigenschappen: zo is er geen ‘jaar nul’, en in numerologische kringen staat ‘de nietigheid, le néant, nought’ – of nul -, tegenover ‘de goddelijke eenheid, l’unité divine, the divine unity’ - of één. James Bond zag ook het stoere in van een ‘007’-aanduiding, en meer recent zagen frisdrankenmerken zelfs de commerciële waarde in van ‘zero’-versies.
Nu, wiskundigen moeten zich misschien niet te veel over ergeren over het nieuwsbericht dat ‘uit het niets’ kwam. Ze mogen vooral blij zijn dat hun vakgebied in het nieuws kwam. Ik realiseerde mij dit tijdens een radiogesprek, waarin presentator Lieven Vandenhaute mij terecht wees op het positieve van de zaak (luister hier naar het fragment op Radio 1). Tja, soms moeten ook wiskundigen terecht gewezen worden. Hoera dus voor du Sautoy, hij is niet alleen een meester in de wiskunde, maar ook in de P. R. Dat is bovendien zijn opdracht, want hij is als ‘hoogleraar voor het publieke begrip van de wetenschap’ in de voetsporen van Richard Dawkins getreden, u weet wel, de man van onder andere ‘God als Misvatting’, een boek waarin hij de God herleidde tot nul.
Wiskundigen weten echter dat er ook oudere documenten zijn, de zeventig schorsen van een berk, gevonden in het dorpje Bakhshali in het huidige Noord-Pakistan ten noorden van Peshawar. Hierop staat ook een versie van die nul, maar een verzameling boomschorsen kan je minder devoot aanbidden, vooral dan als die tegenwoordig ligt in de Bodleian bibliotheek, een onderzoekscentrum verbonden aan de Universiteit van Oxford in Engeland. De schorsen werden gevonden in 1881 en gedateerd in 1888 door een zekere A. F. R. Hoernle. Hij baseerde zich hiervoor op allerlei verwijzingen in de teksten, zoals de munteenheden die gebruikt werden, of de aanwending van het teken ‘+’ voor onze ‘-’ (juist omgekeerd dus). De lijst praktische vraagstukken (met uitleg!) bevat ook problemen met weegschaalgewichtjes, die daadwerkelijk gevonden werden door archeologen en gedateerd konden worden.
Al kan er enige discussie zijn dat ook de Maya’s, de Babyloniërs, de Grieken en de Romeinen reeds een teken hadden om het verschil aan te duiden tussen wat in hun notatie stond voor 1, 10, 100, enzovoort, het was in Indië dat zich een teken ontwikkelde om niet alleen de plaats van een getal aan te duiden maar later ook zou staan voor het ‘niets’. Nul heeft tegenwoordig immers twee rollen: het duidt aan waar een getal staat, bij de eenheden, de tien-, honderd-, duizendtallen enzovoort, en het staat ook voor het resultaat van ‘iets min iets’. De ‘plaatsaanduider’ was in dat Bakhshali-document een klein cirkeltje, dat zich later tot de 0 ontwikkelde in onze zogenaamde ‘Arabische cijfers’, die eigenlijk meer correct de ‘Hindoe-Perzische cijfers’ zouden moeten heten.