Stephen Hawking overleden op 76-jarige leeftijd

Stephen Hawking is woensdagochtend vroeg in zijn woning in Cambridge overleden. Hij werd 76. Vanaf zijn 21^ste leed hij aan de zenuwziekte ALS.

De natuurkundige en kosmoloog etste zijn naam in de wetenschapskronieken met zijn baanbrekend onderzoek naar de zwaartekracht en de eigenschappen van zwarte gaten. Door de wetten van de kwantumtheorie toe te passen op zwarte gaten ontdekte hij begin jaren 1970 dat zwarte gaten geen vastgemetste, bodemloze poelen zijn, maar dat ze deeltjes en straling uitlekken en uiteindelijk exploderen. Op het moment dat ze uiteenspatten, zo ontdekte de jonge Hawking, zijn zwarte gaten niet zwart.

Met zijn boek A Brief History of Time: From the Big Bang to Black Holes (dat wordt ingeleid door Carl Sagan en voorts in het Nederlands de zielloze titel Het heelal kreeg) veroorzaakte Hawking niet zozeer deining in de wetenschapswereld, maar bereikte hij vooral het brede publiek. Toen het in 1988 verscheen, maakte het van Hawking een superster. Hij was immers de man die de big bang, zwarte gaten, snaartheorie en andere grote vragen in de kosmologie en kwantumfysica in een taal wist te vangen die niet-wetenschappers begrepen.

Familie, vrienden, wetenschappers en anderen van over de hele wereld herdenken vandaag Stephen Hawking. Lucy, Robert en Tim, Hawkings kinderen, meldden het volgende: ‘We zijn diep bedroefd dat onze geliefde vader vandaag is heengegaan. Hij was een groot wetenschapper en een buitengewoon man, wiens werk en erfenis vele jaren zullen voortleven. Zijn moed en volharding, samen met zijn genialiteit en humor, hebben mensen over de hele wereld geïnspireerd. Ooit zei hij: ‘Het universum zou niet veel voorstellen als het niet de thuis kon zijn van de mensen van wie je houdt.’ We zullen hem voor altijd missen.'