In 2024 verscheen een baanbrekende studie waarin wiskundigen aantoonden dat structuur niet altijd de sleutel is.
Iedereen die als kind te veel tijd had, herkent de puzzel: hoe leg je even grote cirkels (bijvoorbeeld muntstukken) op een tafel zodat de ruimte ertussen minimaal blijft? Het antwoord is uiteraard niet om ze willekeurig te gooien, maar om ze in een strak zeshoekig patroon te schikken.
Wiskundigen stellen zich de vraag of deze trend zich voortzet in hogere dimensies. Hoewel we in 2 en 3 dimensies weten wat optimaal is (denk aan appelsienen stapelen), en verrassend genoeg ook in 8 en 24 dimensies, blijft het antwoord in andere dimensies zoals 6 of 100 een mysterie.
Dit jaar verscheen echter een baanbrekend resultaat waarin de auteurs aantoonden dat structuur niet altijd de sleutel is. Door gebruik te maken van toeval – vergelijkbaar met het willekeurig opgooien van muntstukken – construeerden ze een chaotische verzameling van hogerdimensionale sferen. Deze configuratie vult de ruimte efficiënter op dan eender welke andere methode tot nu toe. In de strijd tussen structuur en chaos is dit alvast een punt voor chaos. Toch blijft het voor dit probleem onduidelijk wie uiteindelijk de bovenhand zal krijgen.