Volgens de Vlaamse wetenschapsbarometer is het vertrouwen in de wetenschap nog nooit zo groot geweest. Toch zijn er vanuit de publieke opinie nog altijd twijfels over de veiligheid van onder meer vaccins en GMO's. Een transparanter beleid inzake wetenschapscommunicatie kan hier mogelijks een oplossing bieden.
Naast astronomie en wiskunde (statistiek), horen Belgische wetenschappers bij de absolute wereldtop in het onderzoek naar geneeskunde en biochemie. Jaarlijks investeren onze overheden dan ook ettelijke miljoenen in dit baanbrekend wetenschappelijk onderzoek. Desalniettemin is het mij tijdens mijn opleiding als biochemicus en mijn huidige job als doctoraatsonderzoeker in de neurobiologie niet ontgaan dat er vanuit de publieke opinie nog altijd een zekere vorm van wantrouwen is tegenover de wetenschap.
leden zagen vaccins als iets gevaarlijks, de werking en het gebruik van antibiotica en zelfs de medische kennis van dokters werd in vraag gesteld
Eind Juni grepen een artikel van Rob Lavigne en een verwant artikel in EOS over het vertrouwen, of beter gezegd het gebrek hieraan, van de Belg in de veiligheid van vaccins mijn aandacht. Rob Lavigne, een professor waarvan ik zelf nog les gekregen heb is enkele maanden “undercover” gegaan als wetenschapper in een anti-vaxxergroep op Facebook. Zijn verhaal over hetgeen hij allemaal de revue zag passeren in de groep heeft me zwaar gechoqueerd: leden werden gebrainwasht en zagen vaccins als iets gevaarlijks. Daar bleef het trouwens niet bij, ook de werking en het gebruik van antibiotica werd in vraag gesteld. Alsof dat nog niet genoeg was, waren er zelfs mensen die de medische kennis van dokters ernstig in vraag stellen, een gegeven dat, zeker wanneer men praat over baby’s of kinderen, dramatische gevolgen kan hebben.
Alarmerende cijfers
Een op de vijf belgen twijfelt volgens recent Brits onderzoek aan de veiligheid van onze vaccins. Een kwart van de Belgen heeft daarenboven geen vertrouwen in de wetenschap en 60% van onze landgenoten vertrouwt niet in hetgeen wetenschappers zeggen. Volgens mij zijn deze alarmerende cijfers deels het gevolg van een gebrek aan goede wetenschapscommunicatie vanuit de wetenschappers zelf. De cijfers van de jaarlijkse wetenschapsbarometer liegen niet: 1/3 van de Vlamingen vindt dat wetenschappers teruggetrokken en op zichzelf zijn, slechts 25% vindt dat wetenschappers open communiceren naar de buitenwereld toe en op de vraag of wetenschappers eerder goed dan slecht communiceren was er slechts een kleine meerderheid voor de goede communicatie optie. België is echter geen uitzondering op de regel: het overgrote deel van de westerse wereld heeft een gelijkaardig beeld t.o.v. de wetenschap. Het is duidelijk dat een groot deel van de (wereld)bevolking, al dan niet geheel onterecht vindt dat wetenschappers nog steeds in een ivoren toren leven, een constatatie die bij sommigen onder ons hard aankomt en pijn doet.
De gevolgen van een gebrek aan vertrouwen
Los van het negatief beeld en het imago van de wetenschapper is deze visie op wetenschap(pers) ook nefast voor verschillende aspecten van ons dagelijks leven. Een van de duidelijkste voorbeelden is het verzet tegen GMO’s in vele landen, voornamelijk in de Europese Unie. GMO’s (Genetisch gemodificeerde organismes) zijn organismen waarvan het DNA is aangepast door zgn. genome engeneering. In verscheidene landen is het gebruik van GMO’s in de landbouw al toegestaan en zorgt het voor onder meer een hogere en meer consistente opbrengt alsook een verhoogde resistentie tegen pestinsecten en pesticiden. Vanuit de publieke opinie bestaat er echter nog steeds een precaire visie rond het gebruik van GMO’s, dit terwijl verschillende overheidsinstanties waaronder de American Association for the Advancement of Science (AAAS) en de World Health Organization (WHO) allemaal een consensus bereikt hebben over het feit dat “verrijking van gewassen met behulp van de moderne moleculaire biotechnologische technieken veilig is”, dat “het consumeren van voedsel dat ingrediënten van GMO-oorsprong bevat niet gevaarlijker is dan het eten van hetzelfde voedsel afkomstig van gewassen die door de conventionele technieken geteeld zijn” en dat “GMO’s geen extra risico’s veroorzaken voor mensen, dieren of het milieu dan andere voedselbronnen”.
Vanuit de publieke opinie bestaat er echter nog steeds een precaire visie rond het gebruik van GMO’s
Sterker nog, door het gebruik van GMO’s toe te laten verhogen de opbrengsten van landbouwers en vermindert het gebruik van fossiele brandstoffen en pesticiden, hetgeen net goed is voor het milieu en misschien wel een oplossing kan vormen voor de steeds vaker voorkomende hongersnoden in sommige derdewereldlanden.
Laagdrempelige wetenschapscommunicatie als mogelijke oplossing
Hoewel de Vlaamse en federale overheden beweren dat cijfers van 75% en 80% vertrouwen in de wetenschap goed zijn, ben ik het hier stellig mee oneens. Dit betekent echter dat 20 tot 25% van de mensen geen vertrouwen hebben in de wetenschap. Naar de reden voor dit gebrek aan vertrouwen tasten de wetenschappers nog altijd in het duister, maar één ding is zeker, de kloof tussen de wetenschap en het publiek is veel te groot. Om dit aan te pakken moeten we dringend beginnen inzetten op een transparantere wetenschap en vooral een beter beleid inzake wetenschapscommunicatie. Dit kan niet enkel door de wetenschap beter tot bij de mensen te brengen, maar vooral door de mensen dichter naar de wetenschap te brengen. De laatste jaren zijn we op dit vlak evenwel een goede weg ingeslagen, de ‘Biotechdag’ georganiseerd door het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) en de ‘Dag van de Wetenschap’ een initiatief van de Vlaamse overheid zijn de twee bekendste voorbeelden hiervan.
Dit kan niet enkel door de wetenschap beter tot bij de mensen te brengen, maar vooral door de mensen dichter naar de wetenschap te brengen