Velen hebben de ambitie om het grote publiek vertrouwd te maken met de biologische wetenschappen. Maar welk beeld van biologie wil men juist verspreiden?
Toen ik naar Bristol ging, verwachtte ik wel biologen te bestuderen, maar geen bergen te beklimmen. Nochtans spendeer ik een aanzienlijk deel van elke dag aan het tweede. Net zoals biologen vroeger de hele wereld moesten rondtrekken om de diersoorten op te sporen die ze wilden te bestuderen, zo moet ik doorheen Bristol fietsen om mijn soort na te jagen, de biologen zelf.
Al snel kon ik bij vele van hun labmeetings, projecten en presentaties aanschuiven, die onderwerpen behandelden zoals de nieuwste microscopische technieken of theoretische modellen voor minimale genomen. Synthetische biologie staat centraal in Bristol, en is een van de rijzende sterren in de levenswetenschappen, een magneet voor zowel onderzoekers als fondsen. Deze discipline houdt ons een beeld voor van biologie dat draait om kunstmatige laboratoria, ingenieursbenaderingen en computermodellen met als doel robuuste en voorspelbare biologische systemen te ontwerpen en te bouwen.
Filosofen hebben nog niet de luxe hun eigen biologen te construeren in het lab, zoals synthetische biologen dat met hun cellen doen
Filosofen hebben nog niet de luxe hun eigen biologen te construeren of te simuleren in het lab, zoals synthetische biologen dat met hun cellen doen. Met een minimum aan fondsen, onvoldoende om kunstmatige biologen te produceren, realiseerde ik al snel dat ik een fiets nodig had om de biologen in Bristol na te jagen. Gelukkig is Bristol fietsvriendelijk. De vele fietspaden voeren ook langs tal van parken waar een vermoeide fietser makkelijk kan uitrusten, vrij van autoverkeer. Maar precies in deze parken trof ik een andere biologie aan: een van eenden, eksters, zwanen, eekhoorns, merels en honden (want Bristol houdt van honden).
Gebiologeerd door de kraai
De wezens die me bovenal biologeren in deze parken zijn de kraaien. Kraaiachtigen zijn in de laatste decennia ook het onderwerp geworden van enige wetenschappelijke interesse, door de opmerkelijke intelligentie die ze tentoonspreiden. Zo zijn er studies die beweren dat ze intenties kunnen toeschrijven aan anderen, instrumenten kunnen gebruiken om aan eten te komen, toekomstplannen maken en in staat zijn om ingewikkelde puzzels op te lossen.
Nu kan men zich afvragen wat deze beestjes te maken hebben met synthetische biologie? Het is precies die vraag die ik me wilde stellen. Op het moment wanneer ik de kraaien een aantal pinda’s toewierp om ze dichterbij te lokken, vroeg ik me plots af: over welke biologie hebben we het eigenlijk wanneer we over synthetische biologie spreken?
De absolute irrelevantie van de kraai voor de synthetische biologie geeft een schets van wat onder biologie valt binnen deze discipline
Als men synthetische biologie naar voren brengt als het nieuwste van het nieuwste in de levenswetenschappen, dan neigt men te eindigen met een nogal eenzijdig beeld van de biologie: een beeld dat vooral focust op experimenten, laboratoria, instrumenten, ingenieurswetenschappen en zelfs wiskundige modellen. Als leken vandaag de dag met de biologische wetenschap in aanraking komen, dan is het vaak precies dit beeld dat naar voren komt. Biologie speelt zich dan eerst en vooral in het laboratorium af.
De effecten hiervan zijn bijvoorbeeld te vinden in een beweging zoals de doe-het-zelfbiologie of biohacking, dat langzaam aan invloed wint. Een van de doelstellingen van deze beweging is iedereen toegang geven tot de levenswetenschappen. Maar welke biologie democratiseren ze precies? Het is geen toeval dat biohacking opkwam op hetzelfde moment als synthetische biologie. Men kan de biohackers gerust als een kind van deze nieuwe discipline zien.
Een van de doelstellingen van biohackers is iedereen toegang geven tot de levenswetenschappen. Maar welke biologie democratiseren ze precies?
Een van de voornaamste activiteiten van deze beweging van biohackers is onderwijs. In Gent volg ik bijvoorbeeld al een tijdje een biohackergemeenschap, ReaGent. Ze hebben recentelijk een aparte vzw opgericht, Ekoli, die zich specifiek toespitst op het geven van workshops voor kinderen en leraren. Zo organiseren ze workshops over het extraheren van DNA of het werken met biomaterialen. Ze geloven dat de handboekbiologie die men in middelbare scholen krijgt voorgeschoteld gecorrigeerd moet worden, door de laboratoriumkant van de biologie te benadrukken. Het resultaat hiervan is precies dat het beeld dat kinderen van biologie overhouden er een is dat nog enkel oog heeft voor de laboratoria. De kraai wordt vergeten.
Biologie in meervoud
Maar wat kan synthetische biologie ons eigenlijk vertellen over de kraai? In zekere zin heel veel. Kraaien hebben ook DNA, bestaan ook uit cellen. De ambitie echter om een kraai te synthetiseren (of eender welk complex, meercellig wezen) ligt nog niet op de tafel. Zelfs genetische modificatie van kraaien door nieuwe technieken zoals CRISPR wordt niet nagejaagd. Men kan hoogstens speculeren over de talloze ethische vragen die daaruit zouden volgen.
In een andere zin vertelt het ons dus weinig. Al de kennis van synthetische biologie lijkt vrij nutteloos in het licht van het sluwe en verrassende gedrag dat kraaien tentoonspreiden, als men hen de kans daartoe geeft. Kraaien in parken zijn bijvoorbeeld waaghalzen en durven veel dichter bij mensen komen dan degene die men tegenkomt op het platteland of op de daken. Hoe is dit mogelijk?
En wat met de eindeloze strijd in Bristol tussen kraaien en meeuwen? Wie zal de kronieken van deze burgeroorlog schrijven? Of waarom zijn er amper kauwen in Bristol, terwijl ze in Vlaanderen overal te vinden zijn? Zijn zij de eerste vluchtelingen in deze strijd? Om de plaats van deze dieren te begrijpen, hun sociale rol in onze maatschappij, heeft men ecologen of ethologen nodig, die zichzelf eveneens terecht bioloog kunnen noemen.
Er zijn verschillende ideeën over wat een interessant biologisch probleem, een robuust biologisch bewijs of in het algemeen een goede biologische praktijk constitueert
Sommigen zien het najagen van kraaien in parken slechts als een hobby, geen wetenschap. Anderen zien het prutsen met bacteriën, opgesloten in Petrischaaltjes, als een handige manier om je ogen te verpesten of chronische rugklachten op te lopen, maar niet als een manier om iets interessants te kunnen vertellen over de biologische wereld. Het punt is niet dat de ene het bij het juiste eind heeft en de ander niet. Wel dat er juist meerdere opties bestaan, die elk hun verdienste hebben. Het is daarom altijd handig om te kijken naar welke invulling van ‘hoe aan biologie doen’ aanwezig is bij een bepaalde groep wetenschappers, en welke andere facetten van het veld daarmee vergeten worden. Elke ochtend, vaak rond zes uur al, geven kraaien al een deel van dat antwoord prijs door de synthetische biologen in Bristol te wekken met het lied van hun soort.