In welke douche kan je het best zingen?

Stel dat je een douche wil installeren met de ideale akoestische eigenschappen om je gezang goed te doen klinken, waar moet je dan op letten? Voor wie graag zingt onder de douche is dit absoluut geen domme vraag.

Er zijn heel veel mogelijke redenen waarom we graag zingen onder de douche (en niet daarbuiten): onder de douche kan je vrijuit zingen zonder publiek, het warme water maakt je vrolijk, of de douchekraan is gewoon een onweerstaanbare microfoon. Ook akoestiek speelt zeker een rol, vindt ingenieur Pieter Schevenels van akoestisch ingenieursbureau PS Acoustics en docent Bouwakoestiek aan de UHasselt. ‘In een kamer met weinig geluidsabsorberende materialen, zoals in een badkamer, blijven geluidsgolven langer aanwezig dan bijvoorbeeld in een slaapkamer, waar gordijnen en de matras het geluid sneller opslorpen. Veel mensen vinden het omwille van die natuurlijke nagalm aangenamer om in een badkamer te zingen.’

De nagalm, of reverberatie, ontstaat doordat geluidsgolven in de ruimte blijven weerkaatsen nadat de oorspronkelijke geluidsbron, zoals je gezang, is gestopt. Deze weerkaatsingen van de geluidsgolven overlappen en komen zo snel achter elkaar aan dat ons gehoor ze niet meer als afzonderlijke echo's waarneemt, maar als een vloeiende uitloop van het originele geluid.

Reverberatie ontstaat vooral in gesloten ruimtes waar geluidsgolven herhaaldelijk botsen tegen muren, vloeren en plafonds. De mate van reverberatie hangt af van de grootte van de ruimte en de materialen in het interieur. Harde, reflecterende oppervlakken zoals beton of glas zorgen voor een langere nagalm, terwijl zachte, absorberende materialen zoals tapijt en gordijnen de nagalm juist verkorten.

In concertzalen zorgt de juiste hoeveelheid nagalm ervoor dat muziek warm en vol klinkt, terwijl in opnamestudio's vaak juist een lage nagalm gewenst is om het geluid helder en gecontroleerd te houden.

‘Een doucheruimte is vaak relatief klein en bestaat uit waterondoorlatende, en dus ook akoestisch harde, materialen’, zegt akoesticus Timothy Van Renterghem (Universiteit Gent). ‘Dat zorgt voor een stevige versterking van het geluid van de zanger. Als het je bedoeling is om je gezang zo luid mogelijk te laten klinken, dan sta je dus goed in een doucheruimte.’

‘In de douche lijkt het alsof je door een megafoon zingt’, vult Schevenels aan. ‘Voor veel mensen voelt dat prettig aan want ze krijgen vanzelf meer stemvolume.'

Chaos vermijden

De nagalm kan ook een negatieve impact op je zangkunsten hebben. Van Renterghem: ‘De hoge reverberatietijd kan ervoor zorgen dat het geluid te chaotisch wordt. Geluid verplaatst zich bovendien beter in vochtige lucht dan in droge lucht, wat dit chaotische effect nog kan versterken.’

‘In een doucheruimte kan het geluid ook extra lang blijven hangen, en zijn er plekken waar het geluid luider klinkt dan andere plekken, door zogenaamde staande golven’, legt Schevenels uit.

‘Geluidsvoortplanting gebeurt in golven en wanneer precies de halve golflengte past tussen twee vlakken, doet zich een staande golf voor. Dit gebeurt ook voor wanneer precies twee, drie, vier, ... keer de halve golflengte tussen de vlakken past. Zo ontstaan er plekken waar de luchtdeeltjes maximaal bewegen en plekken waar de lucht stil blijft staan. Wat wij horen, is niet de snelheid van de luchtdeeltjes, maar wel de druk, en die is nul waar de snelheid maximaal is en omgekeerd. Tegen de vlakken (wand, vloer, plafond) klinkt het geluid dus net het luidste.’

Hierdoor zullen ook niet alle muzieknoten even hard klinken. ‘Elke muzieknoot komt overeen met een frequentie, bijvoorbeeld de gewone ‘la’ komt overeen met 440 Hz. De golflengte die overeenkomt met deze noot vind je dan weer door de snelheid van het geluid te delen door de frequentie: 340 m/s delen door 440 Hz is 77,3 cm. Sta je in een douchecabine met precies 77,3 cm tussen twee wanden, dan kan de ‘la’ in het vierde octaaf zich als een staande golf ontwikkelen met twee halve golflengten tussen deze wanden. De la één octaaf lager ontwikkelt zich als staande golf met een halve golflengte tussen de douchewanden. Afhankelijk van de afstanden tussen de douchewanden links en rechts, en voor en achter, en tussen vloer en plafond krijg je dus een groot aantal staande golven. Maar over het algemeen is de spreiding van deze staande golven eerder zo dat deze niet precies overeenkomen met de frequenties van muzieknoten. Als je dit toch zou willen, dan zijn er maar enkele muzieknoten die je zo zou kunnen laten versterken. En dan is er nog het temperatuureffect: bij een warmere douche is de snelheid van het geluid al wat hoger en stijgt dus ook de golflengte.’

‘Enige geluidsabsorptie in je ‘ideale’ douche lijkt me dus wel aangewezen’, zegt Van Renterghem. ‘Het plafond kan een geschikte plaats zijn. De douchewanden absorberend maken lijkt me niet mogelijk. Akoestisch absorberende materialen zijn immers poreus (poreuze materialen kunnen water absorberen, wat uiteindelijk kan leiden tot vochtophoping en schimmelvorming, red.). Een meer onregelmatige vorm kan helpen. Je kan afstappen van het klassieke rechthoekige grondplan van een douche. Je kan de diffuse geluidsreflectie ook versterken door af te wijken van de perfect vlakke douchewanden. Dit zorgt ervoor dat het geluid de doucheruimte makkelijker verlaat, bijvoorbeeld door verstrooiing naar het absorberend plafond. Op die manier kan de balans bewaard blijven tussen een goede verdeling van het geluidsveld en de versterking door de ruimte, maar zonder een chaotisch galmveld te creëren.’