Hersenbeschadigingen aan specifieke netwerken vergemakkelijken het afkicken. Die kennis kan mogelijk worden ingezet ter preventie van verslavingen.
Zo af en toe leidt hersenschade, opgelopen door bijvoorbeeld een herseninfarct, ertoe dat iemand plots vrij gemakkelijk van zijn of haar verslaving afraakt. Dat was al bekend uit eerder onderzoek. Amerikaanse onderzoekers wilden nu weten hoe die hersenschade er precies uitziet. Die kennis kunnen ze mogelijk gebruiken om mensen met een verslaving te behandelen.
De wetenschappers bestudeerden hersenscans van ruim 120 mensen die verslaafd waren aan roken op het moment dat ze hersenschade opliepen. Ze brachten alle beschadigde gebieden in kaart. Ongeveer de helft rookte na de opgelopen hersenbeschadiging door en een kwart stopte direct zonder grote problemen. De rest van de vrijwilligers probeerde ook te stoppen, maar dat verliep moeizamer.
Specifiek netwerk
De hersenscans van de doorrokers werden vergeleken met die van de succesvolle afkickers. Hoewel de opgelopen hersenschade sterk verschilde per vrijwilliger, vonden de onderzoekers specifieke netwerken die vooral bij de ex-rokers beschadigd waren. Onder meer onderdelen van de prefrontale cortex, het gebied direct achter ons voorhoofd, en de insula, een dieper gelegen hersenstructuur, blijken onderdeel van die netwerken.
‘Deze resultaten bevestigen wat we uit eerder al onderzoek weten’, vertelt Ingmar Franken, hoogleraar klinische psychologie aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam en niet betrokken bij het onderzoek. ‘Namelijk dat deze hersennetwerken betrokken zijn bij verslaving. De bevindingen zijn dus niet zo nieuw, maar de netwerken zijn op een nieuwe manier aan het licht gebracht. Dat maakt het bewijs voor de betrokkenheid van de gebieden sterker.’
Eerder onderzoek vergeleek bijvoorbeeld breinscans, onder meer met behulp van MRI of EEG, de hersenen van verslaafden en niet-verslaafden. Andere onderzoeken naar de behandeling van verslavingen met elektrische of magnetische hersenstimulatie, zoals Transcraniële Magnetische Stimulatie (TMS) of transcraniële Direct Current Stimulatie (tDCS), grijpen ook aan op dezelfde gebieden. ‘De resultaten zijn alleen nog niet heel veelbelovend’, zegt Franken erover.
Gassen en remmen
‘Er zijn grofweg twee systemen betrokken bij verslaving’, legt Franken verder uit. ‘Een dieper gelegen systeem, ofwel het lymbische systeem, waaronder de insula, dat met name zorgt voor de drang naar bijvoorbeeld een sigaret. En de prefrontale cortex is betrokken bij verslaving. Die zorgt voor een rem op het lymbische syteem en daarmee een rem op gebruik. Bij verslaving is er sprake van een disbalans tussen die twee systemen: de zin in een bepaald middel is hoog én er is geen rem. Beschadigingen aan het lymbische systeem kunnen dus leiden tot een afname in de zin in sigaretten. Of beschadigingen in het netwerk van of rond de prefrontale cortex kunnen zorgen voor een andere balans tussen de twee systemen. De netwerken die in dit onderzoek gevonden zijn komen overeen met deze systemen.’
Hoogstwaarschijnlijk is die disbalans er al vóór iemand daadwerkelijk verslaafd raakt. Franken: ‘Deze systemen zijn eerder gevonden in kinderen met verslaafde ouders, die dus een hoger risico lopen op een verslaving en bij kinderen die later excessief middelen gingen gebruiken.’
Mogelijk kan deze kennis ooit ingezet worden ter preventie van verslavingen. Voorlopig is het onderzoek naar behandelingen met hersenstimulatie nog op volle gang.
De bevindingen zijn gepubliceerd in Nature.