Jonge ratten met een tredmolen in de kooi, hebben op latere leeftijd minder last van geheugenproblemen, melden Canadese wetenschappers in het vakblad eNeuro.
Een deel van de onderzochte ratten kon zodra ze één maand oud waren naar believen in een molentje rennen, en dat zes weken lang. Een tweede groep ratten leefde al die tijd in identieke kooien zonder tredmolen. Na de eerste zes weken van het experiment namen de onderzoekers de tredmolentjes weg en zaten alle ratten nog vier maanden in kooien zonder mogelijkheid om te rennen.
De ratten leerden een geluidssignaal in een bepaalde omgeving te associëren met een elektrische schok. De ratten die veel hadden kunnen bewegen, slaagden er op latere leeftijd beter in zich die verbanden te herinneren. De wetenschappers stelden bovendien vast dat de hersencellen die op volwassen leeftijd werden aangemaakt in de hippocampus van de ratten – het hersengebied dat een cruciale rol speelt bij leren en geheugen – bij de sportieve dieren actiever waren.
Volgens de onderzoekers ondersteunt de studie de hypothese dat het brein achteruitgang op latere leeftijd beter het hoofd kan bieden dankzij positieve invloeden tijdens de jeugd, een fenomeen dat bekend staat als ‘cognitieve reserve’.
Ratten zijn natuurlijk geen mensen. ‘Dit soort experimenten is quasi onmogelijk uit te voeren bij mensen’, zegt Romain Meeusen (VUB), expert in de effecten van beweging op het brein. ‘Ze geven wel een indicatie van wat er in een mensenbrein kan gebeuren.’
Dat beweging het brein ten goede komt is bekend. ‘We weten dat jonge kinderen die bewegen beter presteren op school en dat verschillende hersengebieden bij hen groter zijn’, zegt Meeusen. ‘Ook bij ouderen is vastgesteld dat de hippocampus groter is bij proefpersonen die drie keer per week sporten. Het is mogelijk dat op jongere leeftijd verworven voordelen voor het brein zich pas op latere leeftijd uiten. Maar een voorwaarde daarvoor lijkt mij dat je je hele leven gezond leeft. De gezondheid van het brein is sterk beïnvloed door de gezondheid van hart en bloedvaten.’
