Grootschalig onderzoek toont aan dat loodblootstelling sterk afneemt, maar nog steeds impact heeft op IQ.
Uit een studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), waarbij Vlaamse jongeren bijna 15 jaar zijn opgevolgd, blijkt dat loodblootstelling systematisch daalt. Helaas doet zelfs een verminderde blootstelling aan het zware metaal het IQ van jongeren nog steeds aanzienlijk verlagen en dat brengt nog veel kosten met zich mee. Kinderen nemen meer lood op in hun lichaam dan volwassenen. Dat komt deels in het bloed terecht. Het lood beïnvloedt de hersenontwikkeling.
Er zijn verschillende manieren om blootgesteld te worden aan lood. Zo zou het kunnen dat er in een ouder huis loodhoudende verf werd gebruikt of loden drinkwaterleidingen zijn geïnstalleerd. Die materialen brengen gevaar met zich mee wanneer we ermee in aanraking komen. Bijvoorbeeld wanneer we loodhoudende verf inademen of water drinken dat eerder door loden waterleidingen stroomde.
De studie bestond uit drie grote meetmomenten die plaatsvonden tussen 2000 en 2014. Ieder meetmoment omvatte een andere groep jongeren tussen 13 en 17 jaar van respectievelijk 1679, 210 en 208 deelnemers. De jongeren waren afkomstig uit de vijf Vlaamse provincies, zodat de resultaten een beeld geven voor heel Vlaanderen. Een meetmoment bestond uit een bloedafname, waaruit het loodgehalte kon worden afgeleid. Om het IQ-verlies als gevolg van loodblootstelling te berekenen, werd er gebruik gemaakt van een dosis-respons functie. Zo’n functie geeft de relatie tussen het gehalte van een bepaalde stof in het lichaam en de gevolgen ervan weer. De dosis-respons functie die de onderzoekers hier gebruikten werd overgenomen uit vorig onderzoek (Lanphear et al., 2005) en gaat uit van een IQ-verlies van 1.88 punten bij een verdubbeling van het gehalte van lood in bloed, voor individuen die een bloedloodgehalte hebben boven 20 microgram/liter). Bij lagere loodgehaltes is het verband minder duidelijk.
Sterk dalende trend
De gemiddelde loodgehaltes in het bloed van de jongeren daalden aanzienlijk over de drie meetmomenten, ze waren respectievelijk 22.5, 14.6 en 9.5 microgram/liter. Ook het percentage hoog-blootgestelden (>20 microgram/liter) in de populatie daalde van 57% naar 2.5%. Deze cijfers geven een algemene daling aan van loodblootstelling in de Vlaamse adolescentenpopulatie tussen 2004 en 2014. Het IQ-verlies over de drie meetmomenten, berekend via de dosis-respons functie, daalde van 94280 naar 14993 tot 976 punten per 100 000 jongeren. Ook in IQ-verlies is er dus een sterk dalende trend op te merken tussen 2000 en 2014.
‘Het vervangen van waterleidingen en het invoeren van loodvrije benzine heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen’ Sylvie Remy (VITO)
Sylvie Remy, onderzoeker bij VITO, wil benadrukken dat deze resultaten goed nieuws zijn. “Onze studie toont aan dat het preventief beleid, dat sterk ingezet heeft op het vervangen van waterleidingen en het invoeren van loodvrije benzine, duidelijk zijn vruchten afwerpt. In combinatie met het verbod op loodhoudende verf, zien we nu dus een systematische daling in de loodgehaltes in het bloed van de jongeren. Hierdoor is het IQ-verlies ook veel minder groot en dat hopen we zo door te trekken naar de komende jaren. De sociale kost als gevolg van het IQ-verlies hebben we berekend door te kijken naar hoeveel minder iemand verdient op levensbasis bij verlies van één IQ-punt. Dat bedrag komt uit op 19464 euro per punt, wat de totale kost door IQ-verlies als gevolg van loodblootstelling, rekening houdend met de Vlaamse populatie, tussen 2000 en 2014 op 7376 miljoen euro brengt. Voor de periode 2015-2029 komt die schatting op ‘slechts’ 200 miljoen, wat zelfs eerder een overschatting is gezien voor de berekeningen werd aangenomen dat de gehaltes niet verder zouden dalen. Een gigantische winst dus, ook op economisch vlak.”