Als er iets is waarmee psycholoog Vittorio Busato blij is in deze coronacrisis, dan is het de terugkeer van zijn kinderlijke fantasie.
Soms, als die intelligente lockdown en anderhalvemeterideologie mij even zwaar te moede zijn, pak ik mijn tennisracket en ga naar buiten. Wat de straat is voor voetbal, is het muurtje voor tennis. Als kind speelde ik er eindeloos tegen en won ik de meest heroïsche wedstrijden. De laatste weken heb ik tegen een muurtje in de buurt alweer meermalen Wimbledon gewonnen – ook mijn vrouw en zoontje profiteren daar gemoedstechnisch van.
Twee weken terug belde mijn dubbelmaatje. Of ik zin had te tennissen? Hij wist een door een multinational verlaten industriecomplex. Daar lagen, verscholen achter metershoge coniferen, drie Bachiaans helder belijnde tennisbanen te wachten om bespeeld te worden. Waar het precies is, kan ik om redenen van privacy niet bekend maken. Maar op die plek kruip ik nu op mijn vierenvijftigste in alle vroegte geregeld onder een hek door om toch te kunnen tennissen. Niemand die ons ziet, behalve de konijnen die af en toe over de banen lopen en de vogels die ons toezingen: houtduiven, merels, zanglijsters, tjiftjafs, zwartkoppen en een tikkende specht waarvan ik me inbeeld dat het de reïncarnatie van Vitas Gerulaitis is.
Mijn moeder vond het prachtig toen ik vertelde over de manier waarop ik weer aan het tennissen ben – zoals ze (bijna) alles prachtig vind wat ik doe, de navelstreng kun je immers alleen symbolisch doorknippen. Mijn vader daarentegen voelde direct behoefte me pedagogisch vermanend toe te spreken.
Of ik soms aan het muiten was tegen de regeringsmaatregelen? Nee, natuurlijk niet, hoewel ik bij sommige maatregelen best mijn twijfels heb – waaronder het sluiten van de tennisclubs. Had hij de analyse van Eric Smit op Follow The Money niet gelezen, dat platform voor onderzoeksjournalistiek waarop ik hem nota bene voor zijn verjaardag een abonnement cadeau had gedaan?
Jaap van Dissel, de directeur van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), en de experts van het Outbreak Management Team (OMT) zijn bijkans heilig verklaard, aldus Smit. Zij bepalen welke maatregelen burgers krijgen opgelegd. De vraag is echter legitiem hoe goed de leden van het OMT het, met alle onzekerheden over de ontwikkeling van de pandemie, zelf weten. ‘Die vraag wordt alleen niet hardop gesteld’, schrijft Smit. ‘Want nog voordat het kabinet een intelligente lockdown afkondigde, ontstond er al een zelfopgelegde lockdown op een intelligent publiek discours waar deugdelijk onderbouwde zienswijzen uit verschillende disciplines vrijelijk met elkaar kunnen concurreren’.
'In deze coronatijden spelen we al genoeg om niet te verliezen in plaats van om te winnen'
Hij beloofde het stuk te lezen. Maar of ik dan niet bang was voor die boete van vierhonderd euro als de politie ons zou betrappen, probeerde mijn vader. Zeker niet, antwoordde ik. We spelen niet op een tennisclub, en zeker als je singelt houd je veel meer dan anderhalve meter afstand. Mogelijk dat we clandestien dat terrein betreden, maar dat risico durf ik wel te nemen. In deze coronatijden spelen we immers al genoeg om niet te verliezen in plaats van om te winnen. Bovendien: sporten is gezond. Als ik niet tennis, groei ik dicht – en obesitas is een belangrijke risicofactor voor corona. Nu jij weer, pa!
Maar als jouw tennismaat zonder dat hij het weet corona heeft, zette hij voorlopig zijn laatste troef in, misschien besmet hij je dan wel via de tennisballen die jullie in je hand nemen! Uitsluiten kan ik dat natuurlijk niet, lachte ik, maar sterk lijkt me dat wel. Ik beloofde hem een link te mailen naar de site van Maurice de Hond. Met zijn politieke opiniepeilingen mocht De Hond er dan geregeld naast zitten, van zijn sociaalgeografische analyse van de wereldwijde ontwikkelingen in de verspreiding van het coronavirus ben ik diep onder de indruk. Zijn conclusie: de verspreiding van dit virus vindt bij uitstek door de lucht plaats in min of meer gesloten ruimtes, indringender dan op welke andere wijze dan ook.
Hem kennende komt mijn vader er vast nog terug dat er weinig gesloten is aan een buitentennisbaan. Heerlijk, die ouwe als een opstandige puber weer eens ouderwets te stangen – tennis als stennis. De wedstrijden tegen het muurtje gaan overigens gewoon door, verzekerde ik hem. Morgen halve finale op Roland Garros. Wish me luck!