Zonder school, sport en vrienden loont het om je te richten op de zachtere prikkels.
Hannelore Prinsen zit in het vijfde jaar wiskunde-wetenschappen. Ze blogt over wetenschap op en naast de schoolbanken.
Ik lig op dit moment op mijn buik in het gras te schrijven. Ik heb een spin al drie keer omhoog en omlaag zien kruipen op een grasspriet. Oh, hij zit op mijn trui. Oh nee hij komt naar mijn gezicht, een momentje.
Ik ben de spin kwijtgespeeld. Hmm.
Goed, even bij de zaak blijven.
Nu dat we hier met z’n allen thuis zitten heel de tijd, moet ik terugdenken aan een zekere documentaire. Een man werd voor bepaalde tijd in zijn eentje achtergelaten in een hut (zonder internetverbinding) die hij niet mocht verlaten. Het doel was erachter te komen of de mythe rond cabin fever - waarbij je allerlei negatieve gevoelens ervaart door lang binnen te moeten blijven - waar was, en hoe groot de invloed op de mentale gezondheid was.
In de hut was een camera. Op die camera zag je de man van alles uitspoken dat nu pijnlijk bekend voorkomt; hij deed dutjes, of leidde zich af met lezen of opruimen.
Iedereen zoekt naar manieren om bij hun gezond verstand te blijven. Mensen doen aan thuisfitness, ze gaan lopen of fietsen, maken kunst of proberen iets nieuws uit in de keuken.
Anderen spenderen dagenlang in bed met hun laptop, snacks en Netflix. Ze wachten af tot het einde in zicht is. Ik moet toegeven dat ik af en toe weleens tot die categorie behoor.
Nu mijn opvallendste prikkels zijn weggevallen – school, sport, vrienden en drama and all that– verveelt mijn geest zich zo erg dat ik mijn aandacht nooit lang bij één onderwerp kan houden. Om mijn concentratie en mijn tijdsbesef opnieuw aan te scherpen, ben ik mij bezig gaan houden met de zachte prikkels; een vlieg in mijn kamer, zonlicht dat bewegende schaduwen op de vloer werpt, stofjes die ronddwarrelen.
Dat letten op de kleine dingetjes, dat is het begin van mindfulness, een gereedschap afkomstig uit het boeddhisme.
Het doel van mindfulness is te leren leven in het huidige moment.
Het begint met het opmerken van de omgeving. Geluiden, geuren, aanraking. Ik heb enkele lessen in mindfulness kunnen volgen op school, na de lessen. In één van die lessen kregen we een rozijn in onze hand. Onze opdracht was om de textuur, kleur en vorm inspecteren, alsof we het voor het eerst zagen. Het eten van een rozijn werd een hele ervaring.
Als je deze milde open aandacht wat onder de knie hebt, kan je de blik naar binnen richten om door dezelfde lens naar je emoties te kijken.
Veel mensen leven de hele dag in hun hoofd. In zorgen om de toekomst of het verleden, of in hypothetische situaties die in alle waarschijnlijkheid nooit zullen voorvallen.
Als alle afleiding van de buitenwereld wegvalt – je werk, lessen, contact met vrienden – wordt het extra moeilijk om niet in je eigen hoofd te verdwalen. Natuurlijk, het is verleidelijk om je dan maar met wat series af te leiden. Ik begrijp die verleiding. Ik voel hem ook, als ik weer afdwaal, en bang ben voor wat ik zal vinden.
Mindfulness heeft me geholpen mijn stabiliteit wat te bewaren. Ik heb veel geluk gevonden de praktijk Ik zou niets liever zien dat mindfulness ook voor anderen een weg kan zijn door deze periode.