Depressieve muizen hebben meer actieve hersencellen die negatieve herinneringen opslaan dan niet-depressieve muizen.
Bij muizen met een depressie zijn er meer geheugencellen actief tijdens het opslaan van een negatieve gebeurtenis, dan bij muizen zonder depressieve symptomen. Dat concluderen onderzoekers van het Douglas Hospital Research Centre in de Verenigde Staten. De bevindingen bieden perspectieven voor nieuwe behandelvormen van depressie.
Wie depressief is heeft onder meer moeite om positieve herinneringen terug te halen en vindt het veel gemakkelijker om aan negatieve gebeurtenissen te denken. De Amerikaanse onderzoekers wilden weten of ze dat probleem terug konden vinden in de hersenen. Daarvoor probeerden ze eerst depressies uit te lokken bij muizen. Dat deden ze door de diertjes bloot te stellen aan agressieve muizen. Zo ontstaat een sociaal stressvolle situatie. Als je dat een aantal dagen achter elkaar doet gaan sommige muizen depressie-symptomen vertonen. Ze trekken zich dan bijvoorbeeld terug van de andere muizen. Er zijn ook muizen die geen last hebben van de stressvolle gebeurtenissen.
Vervolgens bestudeerden de wetenschappers de hippocampi van de muizen. Dat deden ze direct na blootstelling aan de agressieve muis. Het hersengebied de hippocampus is belangrijk voor het aanleggen van geheugensporen. Direct na een bepaalde ervaring of gebeurtenis is er een groepje cellen actief waardoor er een herinnering wordt gevormd. Een specifiek groepje cellen is zo steeds gelinkt aan een bepaalde gebeurtenis of ervaring.
"De wetenschappers zagen dat de depressieve muizen meer actieve geheugencellen hadden direct na de stressvolle gebeurtenis"
De wetenschappers zagen dat de depressieve muizen meer actieve geheugencellen hadden direct na de stressvolle gebeurtenis. Ook zagen ze dat hoe meer actieve cellen er waren hoe vaker de muisjes zich terugtrokken van de andere muizen.
De onderzoekers probeerden vervolgens om de specifieke geheugencellen te activeren en te deactiveren. Dat bleek een effect op het vermijdende gedrag van de muizen te hebben. Als ze de cellen activeerden, trokken de muizen zich nog vaker terug. En als ze de activiteit van de geheugencellen onderdrukten werden de depressieve symptomen minder.
Hoe de bevindingen kunnen leiden tot nieuwe behandelingen voor depressies bij mensen is voer voor vervolgonderzoek.
De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad Journal of Neuroscience.