Therapie aan huis moet overal in België psychiatrische bedden vervangen. Een gesprek met psychiaters Jeroen Decoster en Guido Pieters, pleitbezorgers van thuistherapie in België.
België is relatief gezien bij de koplopers in Europa wat het aantal psychiatrische bedden betreft. Thuistherapie is een goedkopere oplossing. Zijn er nog voordelen, of gaat het louter om een besparingsoperatie?
Guido Pieters: Thuistherapie is ook weer niet zóveel goedkoper. Het is alleszins niet de bedoeling om goedkope zorg te bieden. Het belangrijkste voordeel dat in de wetenschappelijke literatuur naar voren komt, is dat patiënten en hun naasten tevredener zijn over zorg aan huis dan over zorg in het ziekenhuis.
Jeroen Decoster: Bij thuistherapie leer je bovendien de vaardigheden die je nodig hebt om een volgende crisis aan te kunnen in de omgeving waar je die nodig zal hebben. Wat helpt het als je je angst leert te overwinnen in het ziekenhuis? Wij werken niet alleen therapeutisch. We zorgen er vooral voor dat patiënten achteraf kunnen aanhaken met een behandeling bij een psychotherapeut of psychiater in de buurt. We engageren de huisarts. Bij een ziekenhuisopname wordt het leven van een patiënt on hold gezet. Als hij dan naar huis mag, is de boodschap: bouw je leven maar opnieuw uit. Het is beter dat leven niet te onderbreken en thuis te werken aan herstel.
Pieters: Uit studies blijkt dat thuistherapie minstens even goede resultaten haalt als een ziekenhuisopname. Regelmatige huisbezoeken zijn daarvoor een voorwaarde. In een mobiel team ben je als hulpverlener veel beter op de hoogte van de context waarin een patiënt leeft. Daar kan je de therapie aan aanpassen.
Hoe ziet die thuistherapie er precies uit?
Decoster: Idealiter bestaat een mobiel crisisteam uit 14 à 16 mensen: psychiatrisch verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, psychologen en psychiaters. Een psychiater is cruciaal. Hij of zij moet voltijds deel uitmaken van zo’n team en moet mee naar de patiënt thuis. Zo krijgt die zeker de juiste medicatie voorgeschreven en worden ook lichamelijke klachten beter ingeschat en opgevolgd. Als dat nodig is, krijgt de patiënt dagelijks bezoek van het team. Daarnaast kan er ook nog telefonisch contact plaatsvinden. Gemiddeld duurt deze intensieve begeleiding drie à vier weken. Dat is een stuk korter dan de gemiddelde opname in een psychiatrisch ziekenhuis, die twee maanden bedraagt.
Pieters: Zo’n ziekenhuisopname is als op reis gaan met een all-informule. Het geld voor de geestelijke gezondheidszorg gaat deels naar eten en slapen: iets wat veel patiënten thuis ook kunnen doen.
Wat voor patiënten bezoekt een mobiel crisisteam?
Decoster: De helft van onze patiënten is suïcidaal. De patiënten uit die groep hebben een zelfmoordpoging ondernomen of hebben op het punt gestaan een einde te maken aan hun leven. Daarnaast zien we ook een groeiend aantal patiënten met psychoses. Zij weigeren vaak een ziekenhuisopname omdat ze niet begrijpen wat er met hen aan de hand is. Thuistherapie kan dan een alternatief zijn voor een gedwongen opname.
Is het wel veilig om mensen met zelfmoordneigingen alleen thuis te laten?
Pieters: Er is geen overtuigend wetenschappelijk bewijs dat ziekenhuisopnames zelfmoorden voorkomen. Vaak betekenen ze enkel uitstel.
Als het goed is, vervullen de mobiele teams een functie die zit tussen die van de ambulante zorg en die in het ziekenhuis. Bestaat het gevaar niet dat zij als ‘oplossing’ dienen voor het tekort aan ambulante zorg en de lange wachtlijsten?
Decoster: Dat is inderdaad een valkuil. De bedden worden afgebouwd ten voordele van mobiele teams. Maar ook de ambulante zorg moet versterkt worden. De wachtlijsten moeten korter, de zorg moet intensiever en multidisciplinair worden. Mensen die hulp zoeken en er geen vinden, rekenen nu op ons. Maar hun problemen zijn vaak niet ernstig genoeg om een mobiel team in te zetten.
De ambulante zorg en thuistherapie kunnen heel wat mensen met psychische problemen helpen. Zijn ziekenhuisopnames nog wel nodig?
Pieters: Zeer zeker. Opnames blijven soms nodig. Een mobiel crisisteam kan maar comfortabel werken als een ziekenhuisopname direct mogelijk is als dat nodig is. Maar: Zweden komt toe met vijftig psychiatrische bedden per honderdduizend inwoners. België heeft er 170.
In de regio Leuven ligt in 30 procent van de bedden iemand die geen opname (meer) nodig heeft. Zelfs met ernstige psychische problemen hoef je meestal niet maandenlang opgenomen te worden. Zolang er bedden zijn, leggen de meeste ziekenhuizen die vol. Anders verliezen ze overheidsgeld. Dat heeft perverse gevolgen. Als er iemand langskomt die écht een opname nodig heeft, dan is er soms geen bed meer vrij. Dat zijn vaak ‘patiënten die niemand wil’: daklozen, verslaafden … Dat is onaanvaardbaar!’
Inmiddels is de proefperiode voor mobiele teams in België al even afgelopen. Wat gebeurt er nu?
Pieters: Eind 2016 is de testfase inderdaad geëindigd. Nu stokt het even. De sector biedt weerstand. Deels terecht. Mensen willen zekerheid over hun toekomst.
Zullen afdelingen definitief sluiten en zullen de mobiele teams blijven bestaan?
Pieters: De bedden in België zijn ook niet gelijkmatig verdeeld. Zo heeft de regio Leuven ongeveer driehonderd bedden per honderdduizend inwoners, net als Gent. Andere regio’s hebben er maar honderd. Die verdeling is historisch gegroeid. Het aantal mobiele teams is berekend volgens het aantal inwoners. Dat betekent dat de ene regio meer bedden zal moeten afbouwen dan de andere en dat sommige regio’s personeel en dus geld zullen verliezen. Andere zullen geld bij krijgen voor extra mobiele teams.
Decoster: Er heerst angst. Velen vrezen dat er achter de vervanging van bedden door mobiele teams een besparing zit. Dat mag absoluut niet het geval zijn.