Interactie met honden leidt tot meer activiteit in de prefrontale cortex. Dit hersendeel helpt bij het verwerken van sociale en emotionele interacties.
Het is bekend dat interactie met dieren, met name honden, mensen helpt om om te gaan met stress en depressie. Daarom dachten onderzoekers van de Universiteit van Bazel in Zwitserland dat een beter begrip van de bijbehorende hersenactiviteit artsen kan helpen bij het ontwerpen van betere systemen voor dierondersteunde therapie. De prefrontale cortex kan volgens hen bijzonder relevant zijn omdat die helpt bij het reguleren en verwerken van sociale en emotionele interacties.
De onderzoekers registreerden bij 19 gezonde mannen en vrouwen de activiteit in de prefrontale cortex van de hersenen met infrarood neurobeeldvormingstechnologie. Dit terwijl de proefpersonen naar een hond keken, terwijl dezelfde hond tegen hun benen lag of terwijl ze de hond aaiden. Vervolgens deden ze hetzelfde terwijl de proefpersonen op dezelfde manier interageerden met Leo, een knuffelleeuw waarin een waterfles zat om de temperatuur en het gewicht van de echte hond te evenaren.
Uit de resultaten bleek dat dat de prefrontale hersenactiviteit bij de proefpersonen toenam naarmate de interactie met de hond of het pluchen dier groter werd, maar dat vooral bij contact met de hond de activatie sterker was. Het bekijken, voelen en aanraken van de echte hond leidde tot een steeds hogere activiteit in de prefrontale cortex van de hersenen, en dit verschil was het grootst bij het aaien, de meest interactieve handeling.
Een ander belangrijk verschil was dat de prefrontale hersenactiviteit toenam bij elke interactie met de echte hond en niet bij opeenvolgende interacties met de knuffel. Dit wijst er volgens de onderzoekers op dat interacties met een hond mogelijk meer aandachtsprocessen activeren en sterkere emotionele opwinding veroorzaken dan interacties met vergelijkbare niet-levende stimuli.
Toekomstige studies moeten nagaan of het aaien van dieren een soortgelijke toename van de prefrontale hersenactiviteit teweeg kan brengen bij patiënten met sociaal-emotionele stoornissen.