Eos Blogs

Dyslexie en genen: nature en nurture

Als het gaat over dyslexie, wordt er vaak over een familierisico gesproken. Wie een ouder heeft met dyslexie, heeft meer kans om zelf ook dyslexie te ontwikkelen. Maar hoe zit dat precies? Zit dyslexie in de genen of ligt het aan de opvoeding? 

Voor een boeiend gesprek over dit nature-nurture onderwerp trok ik naar de vrije universiteit van Amsterdam om een praatje te slaan met professor Elsje van Bergen. Zij onderzoekt wat leesvaardigheid net beïnvloedt: genen of opvoeding? 

Wat is jouw kans op het krijgen van dyslexie?

Wanneer iemand in jouw familie (ouders, broer of zus) dyslexie heeft, heb jij 30% kans om ook dyslexie te ontwikkelen [1], [2]. Wanneer niemand dyslexie heeft in jouw familie, ligt die kans een stuk lager. Hoeveel precies, is moeilijk in te schatten, maar die kans is zeker kleiner dan 10%. 

Wanneer iemand in jouw gezin (ouders, broer, of zus), dyslexie heeft, is de kans op dyslexie reëel. Daarom wordt er gesproken van een familierisico. Professor van Bergen zag dat het hebben van een familierisico ook jouw leesvaardigheden beïnvloedt. Kinderen zonder dyslexie maar mét een familierisico lezen minder vlot als kinderen zonder familierisico op dyslexie [3]. Straf! 

Maar... Wat bepaalt hoe goed je leest? Oefening baart kunst? Of zit lezen in de genen?

Door eeneiige en twee-eiige tweelingen te vergelijken, kan professor van Bergen afleiden hoeveel invloed genetische aanleg heeft en hoeveel invloed opvoeding en omgeving heeft. Zo zag ze dat leesvaardigheid zo’n 75% bepaald wordt door jouw genetische aanleg [4]. 75%, da’s best veel!  

Welk(e) gen(en) precies aan de basis liggen van leesvaardigheid of dyslexie is voorlopig nog een raadsel. Professor van Bergen vermoedt dat leesvaardigheid niet door één gen wordt beïnvloed, maar dat het gaat om een complex samenspel van duizenden genen [5] [6].

Dat wil dus zeggen: 25% omgevingsfactoren... die kan je beïnvloeden!

De invloed van omgevingsfactoren op leesvaardigheid is beperkter dan de invloed van onze genetische aanleg. Ondanks dat de invloed van omgevingsfactoren kleiner is, is deze toch substantieel. Door een gunstige leesomgeving te creëren, op school én thuis, kan je dus leesvaardigheid beïnvloeden! 

De kinderen in Nederland en Vlaanderen lezen allemaal door goed onderwijs, maar zelfs met dit goed onderwijs zijn er verschillen tussen kinderen. Sommige lezen vlot, andere minder vlot. Die verschillen zijn in grote mate bepaald door jouw aanleg om te lezen en in mindere mate door omgeving.

Hoe goed je kan spelen met klanken, lettergrepen herkent, en plaatjes kan benoemen op kleuterleeftijd voorspelt hoe goed je kan lezen op latere leeftijd. Door extra te oefenen op klanken en letterkennis vóór de start van het eerste leerjaar, zag professor van Bergen dat zo’n oefenprogramma ook echt werkt! De interventie zorgt ervoor dat een pak minder kinderen leesproblemen hebben! [7] Het programma werpt ook vruchten af voor kinderen met dyslexie in de familie, al hebben zij wat meer oefening nodig. Dit extra oefenprogramma Bouw! is beschikbaar, vraag ernaar via jouw school.  

Wie leest veel?

We weten dat leesvaardigheid grotendeels beïnvloed wordt door iemands genetische aanleg (zo’n 75%). Maar voor hoeveel iemand leest en hoe leuk die lezen vindt, zien we dat omgeving een sterkere rol speelt [4], [8], [9]!   

Wie graag leest, leest meer [9]. Ongeveer 50% van de kinderen leest vaak een boek in zijn of haar vrije tijd. Bij kinderen waar lezen moeilijk gaat, bijvoorbeeld kinderen met dyslexie, ligt dit met 20% een stuk lager [4]. En dat is ook ergens logisch: als lezen moeilijker gaat, gaat het trager en is het vermoeiender, waardoor je er minder spontaan naar grijpt.  

Maar... Lezen is belangrijk! Lezen bouwt jouw woordenschat op en geeft je de kans om jezelf te verplaatsen in andere tijden, andere personages, ... [10]. Onderzoek toonde ook aan dat mensen die meer lezen, vaker een hoger opleidingsniveau behalen en gezonder oud worden [11], [12]. Nu ja, hier zitten we weer vast in een oorzaak-gevolg debat, want door veel te lezen ga je wellicht niet langer leven! 

De main message is dus: blijf lezen, hou het plezant en lees een goed boek. Pro-tip: voor mensen die moeilijker lezen, zijn er organisaties die helpen om lezen leuker te maken. Bijvoorbeeld, de luisterpuntbibliotheek (in België) of passend lezen (in Nederland). Zij voorzien DAISY boeken, ingesproken boeken die je parallel kunt gebruiken aan een fysieke kopie van het boek. Parallel lezen en luisteren helpt minder goede lezers om een tekst beter te begrijpen en er meer plezier uit te halen [13], [14]. Door het woordbeeld en het geluid te koppelen, train je je lezen! Maar... Pas er ook mee op, wanneer je enkel passief luistert en niet aandachtig volgt met je ogen helpt het je niet om vlotter en beter te lezen [15].

Deze blogpost wordt samen gepubliceerd met een aflevering van de podcast 'Dyslexie vanuit breinbrekend onderzoek'.

[1] B. Boets, B. De Smedt, L. Cleuren, E. Vandewalle, J. Wouters, and P. Ghesquiére, “Towards a further characterization of phonological and literacy problems in Dutch-speaking children with dyslexia,” British Journal of Developmental Psychology, vol. 28, no. 1, pp. 5–31, Mar. 2010, doi: 10.1348/026151010X485223. 

[2] E. van Bergen, P. F. De Jong, A. Regtvoort, F. Oort, S. Van Otterloo, and A. Van Der Leij, “Dutch children at family risk of dyslexia: precursors, reading development, and parental effects,” Dyslexia, vol. 17, no. 1, pp. 2–18, Feb. 2011, doi: 10.1002/DYS.423. 

[3] E. van Bergen, P. F. De Jong, A. Plakas, B. Maassen, and A. Van Der Leij, “Child and parental literacy levels within families with a history of dyslexia,” Journal of Child Psychology and Psychiatry, vol. 53, no. 1, pp. 28–36, Jan. 2012, doi: 10.1111/J.1469-7610.2011.02418.X. 

[4] E. van Bergen, M. J. Snowling, E. L. De Zeeuw, C. E. M. Van Beijsterveldt, C. V Dolan, and D. I. Boomsma, “Why do children read more? The influence of reading ability on voluntary reading practices,” 2018, doi: 10.1111/jcpp.12910. 

[5] E. Eising et al., “Genome-wide analyses of individual differences in quantitatively assessed reading- and language-related skills in up to 34,000 people,” Proc Natl Acad Sci U S A, vol. 119, no. 35, Aug. 2022, doi: 10.1073/PNAS.2202764119/-/DCSUPPLEMENTAL. 

[6] C. Doust et al., “Discovery of 42 genome-wide significant loci associated with dyslexia,” Nature Genetics 2022 54:11, vol. 54, no. 11, pp. 1621–1629, Oct. 2022, doi: 10.1038/s41588-022-01192-y. 

[7] H. Zijlstra, E. van Bergen, A. Regtvoort, P. F. de Jong, and A. van der Leij, “Prevention of reading difficulties in children with and without familial risk: Short- and long-term effects of an early intervention.,” J Educ Psychol, vol. 113, no. 2, pp. 248–267, Feb. 2021, doi: 10.1037/EDU0000489. 

[8] F. Erbeli, E. Van Bergen, and S. A. Hart, “Unraveling the Relation Between Reading Comprehension and Print Exposure,” 2019, doi: 10.1111/cdev.13339. 

[9] E. van Bergen, S. A. Hart, A. Latvala, E. Vuoksimaa, A. Tolvanen, and M. Torppa, “Literacy skills seem to fuel literacy enjoyment, rather than vice versa,” Dev Sci, vol. 26, no. 3, p. e13325, May 2023, doi: 10.1111/DESC.13325. 

[10] Nation, K., Dawson, N. J., & Hsiao, Y. (2022). Book language and its implications for children’s language, literacy, and development. Current Directions in Psychological Science, 31(4), 375-380. 

[11] A. L. Jefferson et al., “A Life Course Model of Cognitive Activities, Socioeconomic Status, Education, Reading Ability, and Cognition,” J Am Geriatr Soc, vol. 59, pp. 1403–1411, 2011, doi: 10.1111/j.1532-5415.2011.03499.x. 

[12] A. Bavishi, M. D. Slade, and B. R. Levy, “A chapter a day: Association of book reading with longevity,” 2016, doi: 10.1016/j.socscimed.2016.07.014. 

[13] Dimmitt, S., Hodapp, J., Judas, C., Munn, C., & Rachow, C. (2006). Iowa text reader project impacts student achievement. Closing the Gap, 24(6), 12-13. 

[14] Raskind, M., Smedley, T. M., & Higgins, K. (2005). Virtual technology: Bringing the world into the special education classroom. Intervention in School and Clinic, 41(2), 114-119 

[15] Staels, E., & Van den Broeck, W. (2015). Orthographic learning and the role of text-to-speech software in Dutch disabled readers. Journal of learning disabilities, 48(1), 39-50.