Dyslexie, een stoornis gekenmerkt door lees- en spellingsproblemen, kan een uitdaging zijn voor zowel kinderen als volwassenen. Een behandeling om dyslexie weg te toveren, dat bestaat jammer genoeg niet. Maar wat kunnen we doen als ouder of leerkracht om de (groei)pijnen bij dyslexie te verlichten? Kunnen kleine acties zoals gezellige leesmomenten een groot verschil maken?
Als dyslecticus word je met jouw leesproblemen geconfronteerd in verschillende omgevingen: op school, bij de logopedist en thuis. Hoe kunnen die omgevingen helpen om een kind met dyslexie optimaal te ondersteunen? Met deze vraag trok ik naar professor Pol Ghesquière, die als pedagoog kinderen met leerproblemen en hun omgeving bestudeert.
Een label, wat nu gedaan?
In een klasgroep heeft minstens één leerling een label, of het nu dyslexie, ADHD of autisme is. Naast een verklaring voor wat er gaande is, kan zo’n label een houvast zijn om het kind te ondersteunen in zijn of haar ontwikkeling. Een label hoort een motief te zijn voor extra ondersteuning.
Extra ondersteuning voor iemand met dyslexie betekent: oefenen, oefenen en oefenen. Een dyslecticus zou zo’n 8 tot 12 keer méér moeten oefenen dan diens klasgenootjes zonder leerprobleem. Zoveel meer oefening, hoe kunnen we dat realiseren?
De leerkracht en de manier van onderwijs heeft een invloed op de ontwikkeling van een kind [1]! In de klasgroep, kan je kinderen met dyslexie helpen op 2 fronten: (1) universeel design, een inclusieve onderwijsstrategie waar iedereen, ook zij met een problematiek, baat bij hebben, en, (2) extra ondersteuning voor kinderen met een problematiek via een zorgleerkracht.
Door universeel design toe te passen, kan je met enkele kleine ingrepen onderwijs inclusiever maken. Iedereen heeft baat bij een universeel design, ook leerlingen zonder problematiek! Enkele voorbeelden van universeel design:
-
Meer tijd voor iedereen. Iedereen kan de toets maken op zijn eigen tempo.
-
Focus op verbanden. Het bestuderen van losstaande feiten (namen van planten, datums, enzovoort) is moeilijker wanneer er geen verbanden zijn. Door verbanden goed te benadrukken in de klas, kan elke leerling deze zaken makkelijker onthouden.
-
Toetsen en taken opstellen en afnemen vanuit een inclusief perspectief: samengestelde vragen opbreken in kleinere vraagjes met steeds een antwoord optie, vragen voorlezen, geen minpunten bij schrijffouten wanneer het geen talig-vak is.
Door het toepassen van universeel design wordt het stigma rond leerlingen met een leerproblematiek verminderd. Iedereen wordt op gelijke voet gezet. Mooi, toch?
Verder spelen zorgleerkrachten een essentiële rol voor leerlingen met een problematiek. Een zorgleerkracht kan individueel aan de slag gaan met het kind om zo extra leerhulp te bieden. Zo’n extra hulp legt de geleerde concepten opnieuw uit op een gestructureerde manier en in kleinere stapjes mét meer oefening.
Naschoolse hulp, een must voor een dyslecticus?
Niet per se, aldus professor Pol Ghesquière. Een dyslecticus moet méér oefenen. Dat is geen evidentie: je moet meer lezen, maar lezen verloopt trager én moeizamer. Waarschijnlijk vind je het hierdoor zelfs minder leuk.
Méér oefening. Daarin zou de school een centrale rol moeten kunnen spelen door het inzetten van zorgleerkrachten en differentiatie naar leerprestaties. Zo zou naschoolse hulp overbodig moeten zijn...
Het is immers belangrijk om te realiseren dat naschoolse activiteiten met een schools karakter misschien niet optimaal zijn. Kinderen met een leerproblematiek hebben het op school vaak moeilijker. De naschoolse activiteiten ook vullen met schoolse activiteiten? Niet het allerbeste idee, volgens professor Pol Ghesquière. Het is belangrijk dat kinderen zich competent voelen [2].
Succeservaringen = de sleutel tot succes!
Het gevoel hebben van bekwaamheid, competent zijn, is belangrijk. Om dit te bekomen zijn succeservaringen belangrijk. Op de schoolbanken zijn die succeservaringen voor een kind met dyslexie wellicht eerder beperkt [2]. Daarom zijn andere (naschoolse) activiteiten, zoals sport of muziek, enorm belangrijk om toch voldoende succes te ervaren.
Succeservaringen leiden tot het gevoel van competentie. Je kan als ouder of leerkracht deze succeservaringen in de verf zetten door af en toe een extra pluim te geven voor allerlei dingen! Geef een extra pluim, verminder de focus op de schoolse resultaten door de vraag “hoe zijn de punten?” achterwege te laten en focus op wat er wél allemaal gelukt is [4].
Ouders als leesdoping
Maar... door enkel te oefenen op lezen op school krijgen kinderen met dyslexie niet voldoende oefening! Hoe kan je dan als ouder, samen, na school, extra oefenen?
Ouders hoeven geen therapeuten te zijn, zegt professor Pol Ghesquière. Ouders kunnen wel op een plezante manier de leerstof herhalen. Het kind moet voelen dat de ouders lezen belangrijk vinden en dat de ouders 'leren lezen' ondersteunen op een positieve manier [3]!
Hoe pak je dit aan? Met een gezellig, leuk leesmomentje! Voor een kind is er niets zo waardevol als individuele aandacht van een ouder. Samen lezen is dus, als het ware, doping voor een kind! Zo maak je van het moeizame lezen een mooi quality-time moment. Super, toch?
Professor Pol Ghesquière geeft ouders van een kind met dyslexie volgende tips mee:
-
Lees elke dag samen: een gezellig leesmoment van zo’n 10 minuten extra
-
Voor- en nalezen: lees eerst zelf een fragmentje tekst (op maat van het wijzen van jouw kinds vinger) en laat vervolgens het kind hetzelfde fragmentje lezen
-
Zo min mogelijk fouten: elke fout is een fout teveel en is een stapje in de foute richting. Probeer met zo min mogelijk fouten zelf voor te lezen en zorg voor gepast leesvoer zodat het kind zo min mogelijk foutjes maakt.
Door extra te oefenen, kunnen mensen met dyslexie de leerstof beter beheersen. Extra oefening is niet altijd gemakkelijk. Dus, als ouder kan je jouw kind met dyslexie extra leeskilometers laten maken door gezellige, individuele leesmomentjes! Zo’n momentjes zijn leesdoping voor het kind en helpen jouw kind om vlotter doorheen het lezen te fietsen! Breinbrekend, toch?!
Deze blogpost wordt samen gepubliceerd met een aflevering van de podcast 'Dyslexie vanuit breinbrekend onderzoek'.
[1] E. Gadeyne, P. Ghesquière, and P. Onghena, “School Effectiveness and School Improvement Psychosocial educational effectiveness criteria and their relation to teaching in primary education” 2007, doi: 10.1080/09243450500391573.
[2] E. Gadeyne, P. Ghesquiè, and P. Onghena, “Psychosocial functioning of young children with learning problems”, doi: 10.1111/j.1469-7610.2004.00241.x.
[3] N. E. El Nokali, H. J. Bachman, and E. Votruba-Drzal, “Parent Involvement and Children’s Academic and Social Development in Elementary School,” Child Dev, vol. 81, no. 3, pp. 988–1005, May 2010, doi: 10.1111/J.1467-8624.2010.01447.X.
[4] W. Hellinckx, and P. Ghesquière, “Als leren pijn doet... Opvoeden van kinderen met een leerstoornis”, Uitgeverij Acco, 1999