Met 14 eenvoudige opdrachten op een blad papier weten zorgverleners binnen het kwartier met 95% zekerheid of ze iemand moeten doorverwijzen voor verder onderzoek naar de ziekte van Alzheimer of niet.
George zit bij de huisarts. Hij is zenuwachtig. Hij heeft net wat eenvoudige opdrachten uitgevoerd. “Welke dag is het vandaag”, “teken deze figuur na”. Voor de huisarts is het binnen de vijftien minuten duidelijk: verder onderzoek bij een neuroloog is nodig. Er is, volgens de test, een grote kans dat George lijdt aan een beginnende ziekte van Alzheimer. Eenmaal bij de neuroloog stelt deze, na een hele reeks onderzoeken waaronder een hersenscan, bloedafname, elektro-encefalogram,… , de diagnose: George lijdt inderdaad aan de ziekte van Alzheimer.
Met mijn aangepaste test sporen zorgverleners bij 95% van de mensen de eerste tekenen van de ziekte van Alzheimer op. En dit met slechts 8% onterechte doorverwijzingen voor verder onderzoek. Dit is een grote verbetering tegenover de hiervoor bestaande tests. De meest gebruikte test wereldwijd, de Mini Mental State examination, is niet streng genoeg. De test mist 30 tot 40% van de mensen met een beginnende ziekte van Alzheimer. Hierdoor gaat er voor deze mensen kostbare tijd verloren om nog voldoende helder de regie voor de toekomst op te nemen. De vraag “wie kan er voor u beslissingen nemen als u dat zelf niet meer kan?” kan niet meer beantwoord worden. Een andere bestaande test, Montreal cognitive assessment, is dan weer te streng. Ze deelt 50% van de gezonde ouderen in de groepdie mogelijk Alzheimer heeft in. Dit leidt tot onnodige angst en overbodige en dure onderzoeken. Een aangepaste Montreal cognitive assessment zou correctere resultaten moeten kunnen geven. Waar en hoe deze test aangepast moest worden heb ik tijdens mijn PhD onderzocht. Dit onderzoek leidde tot een eenvoudige make-over met meer dan behoorlijke resultaten.
Papieren make-over
Twee taken van de veertien taken van de originele test paste ik aan: de geheugen- en de taaltaak. Hierdoor ging het verkeerd indelen van gezonde senioren in de Alzheimer groep van 50% naar 8%.Om deze verbeteringen te kunnen aanbrengen vergeleek ik 138 mensen met een beginnende ziekte van Alzheimer met 145 gezonde leeftijdsgenoten en dit over een periode van 2 jaar.
De geheugentaak: een archivaris met een brilletje
Je kan het geheugen vergelijken met een groot archief
In de originele test memoriseren de deelnemers vijf woorden. De proefleider leest deze woorden twee keer voor en vraagt ze na een vijftal minuten op. Voor gezonde ouderen is dit een moeilijke taak. Je kan het geheugen vergelijken met een groot archief. Alle herinneringen worden netjes in kasten gezet. Elk archief heeft een archivaris. Bij het ouder worden krijgt deze archivaris het wat moeilijk. Hij wordt trager, verliest al eens een boek, vindt er eentje niet terug. Kortom hij heeft een brilletje nodig. Om de geheugentaak voor gezonde senioren mogelijk te maken, paste ik de taak op twee manieren aan, of gaf ik de archivaris een bril met twee lenzen.
Illustratie boven: de ziekte van Alzheimer kent verschillende stadia, van gezond (HC), naar subjectieve klachten (SCI), objectieve klachten (MCI) naar het laatste stadium dementie (dem).
In de eerste lens lees ik de woorden niet enkel voor maar toon ik ze ook op papier. Hierdoor krijgt de archivaris niet alleen een auditief boek maar ook een visueel boek mee om te klasseren. In de tweede lens geef ik altijd tips bij het leren van de woorden en indien nodig bij het opvragen. Bijvoorbeeld bij het leren van het woord appel geef ik als tip fruit. Bij het opvragen geef ik, als de deelnemer niet op het woord kan komen, de tip fruit. De gezonde deelnemer kan dan appel oproepen. De twee lenzen geven de archivaris van de gezonde deelnemer de mogelijkheid om de informatie op de juiste plek te gaan zoeken. Concreet zorgen deze aanpassingen ervoor dat gezonde ouderen correct scoren op de geheugentaak.
Bij de ziekte van Alzheimer worden er geen nieuwe boeken meer toegevoegd aan het archief. Met andere woorden, mensen met deze ziekte kunnen geen nieuwe informatie leren. De archivaris een brilletje geven, geeft hen geen betere score.
Foto boven: Met de pen en papier test verwijzen we mensen met de eerste tekenen van de ziekte van Alzheimer door voor verder onderzoek, zoals een MRI scan.
De taaltaak: met een boodschappenlijstje
De werking van ons geheugen is niet alfabetisch geordend, maar via betekenisvelden.
We starten met een korte oefening. Kan u mij, binnen één minuut tijd, zo veel mogelijk woorden opnoemen die starten met de letter D? Hoeveel woorden vond u? We verwachten dat dit er elf of meer zijn. Voor een dertiger is dit al moeilijk, voor de helft van de tachtigjarigen is dit onmogelijk. In de taaltaak verving ik daarom de lettervraag door de vraag om zo veel mogelijk “dieren” op te noemen. Dit sluit aan bij het dagelijkse leven en bij de werking van ons geheugen dat niet alfabetisch geordend is maar wel via betekenisvelden. Denk hierbij aan de lijstjes die we maken als we naar de supermarkt gaan. Ik heb groenten nodig, even denken: paprika, tomaat, wortels, … Als we het boodschappenlijstje principe toepassen op gezonde senioren en hen dieren laten opnoemen dan halen ze een correcte score. Voor mensen met een beginnende ziekte van Alzheimer werkt dit niet: ook dieren oproepen is voor hen moeilijk. Dit komt omdat de hersenregio’s die instaan voor het opslaan en oproepen van talige informatie aangetast zijn. Woorden oproepen via betekenisvelden lukt niet meer.
Digitale make-overs
Ik mag van “mypension.be” in 2056 met pensioen. Ik hoop dat mijn aangepaste test dat veel vroeger mag. De test richt zich op wat we mogen verwachten van mensen op dit moment. De maatschappij verandert. Zo komt de eerste generatie gedigitaliseerde tachtigjarigen eraan. Waar vroeger iedereen tientallen telefoonnummers vanbuiten kende, hebben we daar nu een smartphone voor. Dit heeft onder andere een effect op de werking ons geheugen. Voortdurende onderzoeken, make-overs van testen en nieuwe testen blijven noodzakelijk om de ziekte van Alzheimer ook in de toekomst tijdig te kunnen opsporen.
Ellen De Roeck is met haar onderzoek naar de vroegtijdige opsporing van de ziekte van Alzheimer genomineerd voor de Vlaamse PhD Cup.