Er bestaan verschillende behandelmethodes bij depressie, maar eerst moet het taboe doorbroken worden.
De Vlaming raakt maar niet in het reine met depressie. Een paar weken geleden vertelde tv-presentator Bart Schols in de krant De Morgen openhartig over zijn psychische problemen, wat nog dagen nazinderde in cyberspace. Akkoord, het was volop komkommertijd. Toch zou de coming-out van een bekende Vlaming geen nieuwswaarde mogen hebben.
Het was vooral de oproep aan lotgenoten om hulp te zoeken die bewondering uitlokte. Getuigenissen van bekende personen verlagen de drempel om naar een psychotherapeut te stappen. Velen weten nog altijd niet dat we depressies of angststoornissen kunnen behandelen, zei psycholoog Filip Raes in dezelfde krant.
Depressie is een moeilijk te vatten aandoening, onder meer door de grote variaties in het ziektebeeld. Vrijwel iedereen komt er direct of indirect mee in aanraking. Ongeveer 20 procent van de vrouwen en 10 procent van de mannen krijgt ooit een depressie. Over de verklaring waarom dat cijfer zo hoog ligt, worden boeken en tijdschriften vol geschreven. Er zijn genetische factoren en puur lichamelijke oorzaken, zoals lage concentraties van bepaalde neurotransmitters in de hersenen. Sommigen wijzen op externe factoren, waaronder luchtvervuiling of de doorgeslagen neoliberale samenleving, waarvan de ingebakken competitiedrang ons automatisch naar stress, burn-outs en depressies drijft.
Vrij recent onderzoek legt de link met onze darmflora. Mogelijk is er een verband tussen bacteriën in het maagdarmstelsel en ons gedrag en onze gevoelens, zo blijkt uit proefdierstudies. Wat hier oorzaak en gevolg is, moet nog uitgezocht worden. Het mag duidelijk zijn dat er bij depressie een mix van factoren in het spel is.
In de nieuwe Eos maakt gezondheidsredacteur Els Verweire de balans op van de huidige behandelmethodes. De klassieke volgorde is eerst psychotherapie en dan medicijnen. Als die, eventueel in combinatie met therapie, niet werken, gaat men over op neurostimulatie. Bij ons wordt meestal elektroconvulsietherapie (ECT) toegepast, dat een kwalijke reputatie meesleept en voor patiënten een ingrijpende ervaring kan zijn. Uit de Angelsaksische wereld komt repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) overgewaaid, die zich richt op de prefrontale cortex.
Zowat voor alle behandelingen gelden dezelfde cijfers: bij 30 tot 40 procent verdwijnt de depressie volledig, bij 20 tot 30 procent treedt er een opmerkelijke verbetering op. De grootste uitdaging voor onderzoekers is echter een gepersonaliseerde behandeling op maat van de patiënt vinden. Dat vergt een grondig vooronderzoek. Het is niet alleen duur, voor patiënten met een acute depressie is tijd kostbaar.
Wanneer doorbreekt de Vlaming het taboe? Gelukkig beweegt er wat. Het Rode Kruis, bekend van bloedvoorziening en EHBO-cursussen, lanceert dit najaar een aantal pilootcursussen eerste hulp bij psychische problemen (EHBP). De bedoeling is om beroepsgroepen die vaak met mensen in contact komen, zoals kappers of receptionisten, te leren hoe ze individuen met psychische problemen herkennen en hoe ze de eerste steun kunnen bieden. Hopelijk kan het die mensen aanzetten om sneller professionele hulp te zoeken.
De nieuwe Eos ligt vanaf 19 september in de winkel en is te koop op www.tijdschriftenwinkel.nl