Door honden te fokken vormen we hun hersenen en het tamme gedrag.
De hersenen van tamme hondenrassen verschillen anatomisch gezien van elkaar. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers van onder meer de Harvard University.
Al enkele honderden jaren fokken mensen bepaalde tamme hondenrassen. Bijvoorbeeld om uiterlijke kenmerken te verkrijgen of zodat ze goed zijn in bepaalde taken. Denk aan jagen, bewaken, schapen drijven of gewoon goed gezelschap zijn. De Amerikaanse wetenschappers vroegen zich af of deze gedragsveranderingen ook in het brein terug te vinden zijn.
Daarom bekeken ze de hersenen van 62 honden van 33 verschillende rassen onder de hersenscanner. Onder de honden bevonden zich onder andere terriers, boxers, bulldogs, golden retrievers, jack russels, malters…
De wetenschappers zagen duidelijke verschillen in de anatomie van de hersenen van verschillende hondenrassen. Het bleek met name om zes hersennetwerken te gaan die de onderzoekers konden koppelen aan specifieke specialisaties. Zo konden de wetenschappers aan de hersenen zien of de hond goed was in jagen, bewaken of dat het een echt gezelschapsdier is.
Een van die zes netwerken bevindt zich bijvoorbeeld in de prefrontale cortex en wordt in verband gebracht met sociale actie en interactie. Het netwerk is goed ontwikkeld in onder meer de yorkshire terrier. In een ander netwerk speelt onder meer de nucleus accumbens een belangrijke rol. Het gebied heeft te maken met motivatie en beloning en is bij de english pointer goed ontwikkeld. Dat zorgt er waarschijnlijk voor dat hij het leuk vindt om nieuwe dingen te leren maar zich ook aan mensen bindt.
De onderzoekers controleerden nog of lichaamsomvang, hersengrootte en schedelvorm van invloed waren op de structurele anatomische verschillen. Dat bleek niet het geval.
De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad Jneurosci.