Er is een grote variatie aan psychiatrische stoornissen, zoals ADHD, schizofrenie, depressie en het syndroom van Tourette. Ze werden onlangs onder de loep genomen in een zeer grootschalige studie.
Het is reeds langer bekend dat het risico op een psychiatrische stoornis mee afhankelijk is van onze genen. Het huidige onderzoek ging na hoe verschillende stoornissen beïnvloedt kunnen worden door dezelfde genen. Hieruit bleek dat verschillende psychiatrische stoornissen genetisch erg overlappen. Er werden sterke verbanden gevonden tussen ADHD, bipolaire stoornis, depressie en schizofrenie. Er was eveneens grote overlap tussen anorexia nervosa en de obsessief-compulsieve stoornis, en tussen de obsessief-compulsieve stoornis en het syndroom van Tourette.
Het ontdekken van een gezamenlijke biologische basis voor verschillende psychiatrische stoornissen, kan helpen om hun diagnostiek en behandeling verder te verfijnen.
De onderzoekers gingen nog een stap verder. Ze onderzochten de genetische basis voor sommige algemene kenmerken en gedragingen, zoals bijvoorbeeld een algemene neiging tot zenuwachtigheid, maar ook het behalen van een universitair diploma. De genen die de aanleg voor deze persoonlijkheidskenmerken en gedragingen beïnvloeden, werden vergeleken met de genen die mee aan de grondslag liggen van psychiatrische stoornissen.
Hieruit bleek dat een genetische aanleg tot zenuwachtigheid gecorreleerd is met de genetische aanleg tot bijna elke psychiatrische stoornis. Dit toont aan dat dezelfde hersengebieden en processen die verantwoordelijk zijn voor zenuwachtigheid in het algemeen, eveneens betrokken zijn bij vele psychiatrische stoornissen. Onderzoek naar zenuwachtigheid in het algemeen, kan dus leiden tot doorbraken in het onderzoek naar psychiatrische stoornissen. En vice versa.
Het aantal jaren dat iemand studeert, heeft een genetische basis. Sommige mensen hebben meer aanleg om te studeren dan anderen. Echter, diezelfde genen die het behalen van een universitair diploma bevorderen, kunnen ook mee verantwoordelijkheid zijn voor psychiatrische stoornissen zoals anorexia nervosa, bipolaire stoornis en autisme. Dit maakt dat er geen “ideale” genen bestaan. Mocht het technisch mogelijk zijn om het genoom van iemand zodanig te veranderen dat zij meer kans maakt op het voltooien van haar studies, dan zou zij misschien eveneens meer kans maken op een bipolaire stoornis. En het veranderen van iemands genen om zijn kans te verminderen op autisme, zou hem minder intelligent kunnen maken.
Verneri, A. et al. (2018). Analysis of shared heritability in common disorders of the brain. Science, 360, eaap8757 DOI: 10.1126/science.aap8757