ADHD-symptomen verergeren vlak voor en tijdens de menstruatie, toont een nieuwe studie aan. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de diagnosestelling en behandeling van ADHD.
Ooit dachten onderzoekers dat Attention Deficit Hyperactivity Disorder, beter bekend als ADHD, een onveranderlijke aandoening was: je hebt het of je hebt het niet, einde verhaal. Maar inmiddels is duidelijk dat de symptomen van ADHD kunnen veranderen tijdens iemands leven. Sterker nog: een nieuw onderzoek toont aan dat die symptomen zelfs kunnen veranderen tijdens een menstruatiecyclus.
De nieuwe bevindingen leveren sterk bewijs dat symptomen van ADHD samen met hormonale verschuivingen kunnen veranderen. Die bevindingen werden eind vorig jaar gepresenteerd op een congres in de Verenigde Staten, maar werden nog niet gepubliceerd in een peer-reviewed tijdschrift.
‘Het geeft ons een gepersonaliseerd zicht op wat er voor veel vrouwen met ADHD gebeurt’, zegt Dora Wynchank, psychiater en ADHD-onderzoeker bij PsyQ, een Nederlandse organisatie voor mentale gezondheid. ‘Omdat ADHD historisch gezien onderzocht werd bij jongens en mannen, hebben we dit belangrijke aspect over het hoofd gezien.’
Michelle Martel, klinisch psychologe en hoofd van de afdeling psychologie aan de University of Kentucky, leidde het nieuwe onderzoek dat 97 vrouwelijke studenten tijdens hun menstruatiecyclus volgde. Bijna alle deelnemers hadden een formele ADHD-diagnose, en ongeveer de helft nam psychostimulantia als behandeling. Dat zijn ADHD-medicijnen die het dopamine- en/of noradrenalineniveau verhogen en zo een stimulerende werking hebben op het centrale zenuwstelsel. Het team van Martel mat elke dag de hormoonspiegels van de deelnemers. Via vragenlijsten en cognitieve proeven beoordeelden ze daarna hun symptomen.
'De hel breekt los'
Martel en haar collega’s vonden dat de deelnemers meldden dat ze zwaardere symptomen (zoals onoplettendheid en impulsiviteit) hadden vlak voor en bij het begin van hun menstruatie. Ook tijdens de ovulatie was dit het geval, maar in mindere mate. Dit kwam overeen met de resultaten van de cognitieve proeven en weerspiegelt ook wat veel psychologen, waaronder Martel en Wynchank, al eerder vernamen van hun patiënten.
‘Er gebeurt iets met me in de week voordat ik ongesteld word en dan breekt de hel los', hoorde Wynchank van haar cliënten. ‘Een aantal dagen na de start van mijn menstruatie blik ik terug op de dagen daarvoor en herken ik mezelf niet. En dat gebeurt elke maand.’
Martel zegt dat die veranderingen grotendeels veroorzaakt lijken te worden door een daling in oestradiol, de krachtigste vorm van oestrogeen. Oestrogeen is vooral bekend als geslachtshormoon, maar ook in de hersenen is het actief. Daar helpt het bij aandacht, het geheugen en stabilisering van je stemming. Bovendien helpt het je lichaam dopamine aan te maken en op peil te houden. Dopamine is een belangrijke signaalstof in de hersenen die een centrale rol speelt bij ADHD.
‘Het gaat om gevoeligheid voor hormonale schommelingen’, meent Wynchank. ‘De combinatie van slecht functionerende dopamine en lage oestrogeenspiegels vormt een soort vloek die de cognitieve symptomen zoveel erger maakt.’ Dit zou kunnen verklaren waarom onderzoeken een hoger percentage van premenstruele dysfore stoornis (PMDD) — een ernstige vorm van het premenstruele syndroom (PMS) — aantonen bij vrouwen met ADHD, evenals een grotere kans op postnatale depressie en ergere klachten tijdens de perimenopauze. De oestrogeenspiegel daalt voor de menstruatie, na de bevalling en rond de menopauze.
De nieuwste resultaten van Martel laten hetzelfde effect zien als een voorstudie met 32 deelnemers die ze in 2018 publiceerde. ‘Het is eigenlijk een bevestiging van alles wat we eerder hebben gevonden’, zegt Martel. ‘Nu kunnen we erop vertrouwen dat de resultaten accuraat zijn en dat we een belangrijke kwestie onderzoeken.’
Anticonceptie
De resultaten kunnen een impact hebben op de diagnose en behandeling van ADHD. In de voorgaande studie van Martel voldeden sommige kandidaten enkel aan de criteria voor ADHD op bepaalde momenten in hun menstruatiecyclus. Of er wel of geen diagnose wordt gesteld, kan dus afhangen van het moment in de cyclus. Martel wil onderzoeken of sommige mensen voordeel zouden kunnen halen uit een aanpassing van de ADHD-medicatie naargelang hun cyclus.
Wynchank en haar collega’s publiceerden in 2023 een casestudy die dit idee van een voorschrift afgestemd op de cyclus van de vrouw ondersteunt. De onderzoekers schreven negen van hun patiënten een verhoogde, premenstruele dosis ADHD-medicatie voor en volgden hen zes maanden tot twee jaar. Alle deelnemers meldden verbeterde symptomen zonder toegenomen bijwerkingen en wilden gaven aan de aangepaste dosis te willen blijven gebruiken. Wynchank merkt op dat er ook andere oplossingen zijn, zoals psychotherapie en hormonale anticonceptie, die zouden kunnen helpen bij zwaardere premenstruele ADHD-symptomen. Die werden nog niet diepgaand onderzocht.
Wynchank en Martel zijn het eens dat er nog heel wat werk aan de winkel is op dit gebied. ‘ADHD is veel te weinig bestudeerd bij meisjes en vrouwen’, zegt Martel.
Om deze ongelijkheid tegen te gaan, voeren Wynchanck en haar collega’s tot 1 maart 2025 een wereldwijd onderzoek uit onder vrouwen met ADHD. ‘We willen weten wat de levenservaring is van vrouwen met ADHD en wat wij volgens hen zouden moeten onderzoeken’, zegt Wynchanck. ‘Het gaat hier niet om wat ons interesseert. We willen dat het van de vrouwen zelf komt.’
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Scientific American.
Vertaling: Kato Speybrouck