Sinds 2006 staat ‘Het is geen raketkunde’ als leenvertaling in Van Dale opgenomen. Al hadden we eigenlijk al een alternatief met ‘het is geen hogere wiskunde’.
In tegenstelling tot andere soortgelijke uitdrukkingen, zoals ‘een fluitje van een cent’ of ‘a walk in the park’, verwijzen de bovenstaande frasen expliciet naar een beroep. De verwijzing naar raketwetenschap ontstond vermoedelijk in de jaren 1950, toen de media volop berichtten over de ontwikkeling van een ruimteprogramma en militaire raketten. De afkomst van ‘It’s not brain surgery’ is minder duidelijk.
Waar de zegswijzen ook vandaan komen, ze plaatsen neurochirurgen en ruimtevaartingenieurs op een voetstuk voor hun uitzonderlijke intelligentie. Is dat terecht? En wie van beide verdient de onderscheiding het meest? Die vragen probeerden wetenschappers te beantwoorden voor de kersteditie van het vakblad British Medical Journal, waarin elk jaar plaats is voor een studie met een knipoog.
De zegswijzen over rocket science en brain surgery loven neurochirurgen en ingenieurs onterecht voor hun uitzonderlijke intelligentie
De onderzoekers onderwierpen 329 lucht- en ruimtevaartingenieurs en 72 neurochirurgen aan een test die peilt naar verschillende aspecten van cognitie, zoals plannen, redeneren, geheugen en aandacht. De neurochirurgen scoorden aanzienlijk hoger dan de ruimtevaartingenieurs in het oplossen van problemen. Ingenieurs deden het dan weer beter op het vlak van aandacht.
Maar de opvallendste bevinding deden de wetenschappers toen ze de resultaten van beide beroepsgroepen vergeleken met die van de algemene bevolking. Daarbij bleken de ingenieurs en de chirurgen allebei niet beter te scoren. Hun resultaten lagen gewoon binnen de boven- en ondergrenzen van de algemene bevolking.
De wetenschappers besluiten daarom dat de zegswijzen over rocket science en brain surgery neurochirurgen en ingenieurs onterecht loven voor hun uitzonderlijke intelligentie. Ze adviseren om de voorkeur te geven aan meer neutrale formuleringen. En populaire uitdrukkingen vervangen is een eitje, toch?