Petra Anić eet geen brood, rijst, aardappelen, noedels of koekjes. Soms vermijdt de jonge arts zelfs wortelgroenten, zoals uien, knoflook en rode biet. ’s Ochtends drinkt ze haar koffie met een lepel kokosolie en haar avondeten maakt ze klaar met hoeveelheden vet die een truckchauffeur zouden doen verbleken. Petra eet ketogeen.
Het dieet waarbij koolhydraten taboe zijn en vervangen worden door vetten is de voorbije jaren uitgegroeid tot een trend. De adepten gaan er prat op dat het dieet hen helpt af te vallen, meer levensenergie geeft en de prestaties van de hersenen verbetert. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat je dat best met een korrel zout neemt. Het dieet laat je in eerste instantie inderdaad gewicht verliezen, maar op lange termijn blijken de meesten opnieuw aan te komen. De klassieke aanbeveling – mediterrane voeding met een evenwicht tussen vetten en koolhydraten – houdt nog steeds stand.
Petra eet echter om een andere reden ketogeen: ze heeft epilepsie en multiple sclerose (MS). Het dieet is voor haar een therapie.
Niets eten
Hoe reageren de hersenen op vasten? Een eerste indicatie was er in de jaren 1960. Endocrinoloog George Cahill (Joslin Diabetes Center Boston, VS) liet patiënten tot zes weken vasten en onderzocht regelmatig hun bloed. Het resultaat: de hersenen van de proefpersoon schakelden over op ketolichamen als energiebron. Tijdens de eerste dagen zonder voedsel brak de lever de eiwitten van de spieren af om glucose te produceren. Maar na een week sloot het deze noodvoorraad af en begon het lichaam de vetreserves om te zetten in ketolichamen – een proces dat bekendstaat als ketose.
“Al honderd jaar lang is epilepsieonderzoek gebaseerd op de veronderstelling dat deze ketolichamen de actieve stoffen in het dieet zijn”, zegt Robin Williams, hoofd van het Center for Biomedical Research van de Royal Holloway University in Londen. “De klinische praktijk heeft echter aangetoond dat het anti-epileptisch effect niets te maken heeft met de hoeveelheid ketonen in het bloed. Dat lijkt erop te duiden dat hier andere mechanismen aan het werk zijn.”
De therapeutische effecten van het ketogeen dieet bij epilepsie zouden gebaseerd kunnen zijn op vetzuren. Zijn ketolichamen dan niet meer relevant? Die conclusie trekken is wat al te voorbarig.
Alzheimer
Al in het begin van de jaren 1980 ontdekten wetenschappers dat de suikerspiegel in bepaalde delen van de hersenen langzaam maar zeker daalt bij mensen met dementie. Een verstoord glucosemetabolisme kan vaak al vele jaren voor het ontstaan van alzheimersymptomen worden aangetoond.
Neurowetenschapper Mark Mattson (National Institute on Aging, VS) onderzoekt of de veranderingen geschikt zijn als uitgangspunt voor preventieve therapieën. “We vermoeden dat het eiwit bèta-amyloïde het transport van glucose over de bloed-hersenbarrière doet afnemen”, legt hij uit. Bèta-amyloïde is een eiwit dat in de hersenen samenklontert bij de ziekte van Alzheimer. Mattson gaat ervan uit dat het gebrek aan energie dat gepaard gaat met de blokkade van het glucosetransport de dood van de zenuwcellen kan bevorderen. “Tegelijk lijkt het brein tot in een laat stadium van de ziekte in staat om ketonen als brandstof te gebruiken.” Mattson wil daarom uitzoeken of je het verloop van alzheimer kunt vertragen door ketolichamen toe te dienen.
Hoe beïnvloedt het ketogeen dieet de gezondheid van epilepsiepatiënten? Kan ketogene voeding multiple sclerose daadwerkelijk verlichten en het verloop van de ziekte van Alzheimer vertragen? Je leest er meer over in de nieuwe Psyche&Brein.