Kinderen smurfen beter met twee oren

Met een gehoorimplantaat horen eenzijdig dove kinderen hun juf beter in een lawaaierige klas. Ze lopen bovendien minder risico op taalproblemen en zittenblijven. Dankzij mijn onderzoek krijgen ook zij het implantaat sinds dit jaar terugbetaald.

“We gaan de smurfen bellen,” knikt ze enthousiast, als ik vraag of ze weet wat we vandaag gaan doen. Ze is hier vorig jaar ook geweest en herkent de kamer vol speelgoedtelefoons. Lotte is zes jaar en doet mee aan ons onderzoek. Ze is geboren met één doof oor en één goed oor, en vandaag gaan we testen of ze kan horen uit welke richting geluid komt. Of zoals we aan haar vragen: welke smurf telefoon krijgt. Dat is moeilijk met één oor, maar we hopen dat Lotte het toch kan – dankzij het gehoorimplantaat in haar dove oor.

“Ze luistert niet altijd, maar dankzij haar gehoorimplantaat heeft ze het wel gehoord”

Elk jaar worden in België veertig baby’s geboren met één doof oor, net als Lotte. Hun andere oor werkt wel normaal, dus ze reageren even goed op geluid als andere kinderen. “Geen reden tot bezorgdheid”, dachten oorartsen vroeger. “Ach, die kinderen horen niet uit welke richting geluid komt, maar daar kunnen we toch weinig aan doen. We laten hen vooraan in de klas zitten, dan horen ze de leerkracht wat beter.” En daarmee was de kous af.

Eén doof oor, veel nadelen

Intussen weten we wel beter. Kinderen met één doof oor moeten vaker zittenblijven op school. Ze kunnen moeilijker gesprekken volgen in een lawaaierige omgeving en lopen meer kans op een taalprobleem. Eén goed oor lijkt dus niet genoeg te zijn om alles goed te horen. Dat is niet zo raar, want horen met twee oren is zoals zien met twee ogen: je hersenen krijgen meer informatie. Twee ogen heb je nodig voor dieptezicht – twee oren heb je nodig om te weten uit welke richting een geluid komt. Je hersenen berekenen de richting van geluid namelijk door de informatie uit je twee oren met elkaar te vergelijken. Komt een geluid van rechts? Dan komt het geluid sneller én luider binnen via je rechteroor dan via je linkeroor.

De juf begrijpen in een drukke klas gaat makkelijker met een gehoorimplantaat.

Weten uit welke richting een geluid komt is nuttig, bijvoorbeeld in het verkeer (komt die auto nu van links of van rechts?). Maar er is meer: je kan de informatie ook gebruiken om je op één geluid te concentreren en de rest te negeren. Zo kan je beter luisteren naar de juf of meester in een drukke klas, of makkelijker horen welke opdrachten je coach geeft tijdens de voetbaltraining.

“Onze dochter is echt gegroeid in haar ontwikkeling. We zijn ervan overtuigd dat ze zonder gehoorimplantaat nooit zo ontwikkeld zou zijn op vlak van horen en spreken”

Met één doof oor is dat richtinghoren veel moeilijker. Je hoort alles via je goede oor, zonder te weten uit welke richting het geluid komt. Het gevolg? Luisteren is vermoeiend, zeker met lawaai op de achtergrond. Sommige kinderen met één doof oor krijgen ook te maken met extra uitdagingen, zoals een vertraagde taalontwikkeling of problemen op school. Want als je moeilijk spraak kan horen wanneer er veel lawaai is, krijg je minder kansen om taal te leren of de instructies in de klas te begrijpen. En tot voor kort was daar weinig aan te doen.

Terugbetaling

Sinds januari dit jaar kan het anders. Nu kunnen ouders kiezen voor een gehoorimplantaat om het gehoor van hun kind te verbeteren. Zo’n implantaat bestaat al meer dan dertig jaar, maar is duur. Voor het implantaat zelf betaal je makkelijk 15.000 euro, en net als bij een klassiek hoorapparaat moet je het uitwendige deel – dat het geluid oppikt en verwerkt – elke vijf jaar vervangen. Zonder terugbetaling was die oplossing voor veel ouders onbetaalbaar. Maar dankzij mijn onderzoek veranderde de wet. Net als kinderen die volledig doof zijn, krijgen eenzijdig dove kinderen het gehoorimplantaat nu terugbetaald.

Het gehoorimplantaat pikt geluiden op en geeft ze door aan de gehoorzenuw.

Een gehoorimplantaat in het dove oor herstelt de waarneming van geluid langs die kant. De oorchirurg plaatst het inwendige deel in het slakkenhuis – het deel van ons oor dat geluid in zenuwprikkels omzet. Het gehoorimplantaat stimuleert de gehoorzenuw met korte elektrische prikkels, zodat de informatie naar de hersenen wordt gestuurd. Zo kan het kind toch geluid horen via het dove oor. In vergelijking met het goede oor, geeft het gehoorimplantaat minder nauwkeurige informatie door. Je kan er minder verschillende toonhoogtes mee horen, en ook de hoeveelheid informatie die per seconde binnenkomt is kleiner dan bij een normaal oor. Een gehoorimplantaat is dus geen perfecte oplossing, maar wel een stap in de goede richting.

“Thuis lukt verstaan ook wel zonder, maar in de klas gaat het makkelijker mét gehoorimplantaat”

Smurfen bellen

Ik onderzocht of een gehoorimplantaat écht helpt voor kinderen met één doof oor, en gebruikte daarvoor verschillende tests. Elke zomer kwamen de kinderen op bezoek in het lab om “met de smurfen te bellen”. Hun eerste taak: de telefoonnummers verzamelen! Daarvoor moesten ze goed luisteren naar cijfers, met een storend geluid op de achtergrond. Als tweede taak moesten ze aanwijzen welke smurf telefoon kreeg. Zo konden we meten hoe nauwkeurig ze de richting van geluid kunnen horen.

Ook voetballen gaat vlotter als je de trainer beter kan verstaan op het rumoerige veld.

Naast het gehoor brachten we ook de taalontwikkeling van de 20 kinderen in kaart. Kinderen met één doof oor hebben immers een groter risico op taalproblemen. Toch was het effect van een gehoorimplantaat op hun taalvaardigheid nooit eerder onderzocht. We herhaalden ook alle tests bij een groep van 17 kinderen met één doof oor zonder gehoorimplantaat. Meestal ging het om kinderen van wie de gehoorzenuw niet goed (genoeg) werkte en het implantaat niet zou helpen. Door de twee groepen met elkaar te vergelijken, kunnen we het effect van het gehoorimplantaat meten.

Eén implantaat, veel voordelen

Het resultaat? Kinderen met één doof oor die een gehoorimplantaat gebruiken, kunnen gesprekken in lawaai beter volgen. Het goede oor levert de meeste details op, maar via het gehoorimplantaat komt er extra informatie binnen die het makkelijker maakt om de spraak te begrijpen. De kinderen scoren ook beter op taaltests dan kinderen met één doof oor zonder gehoorimplantaat. Ze maken minder fouten tegen grammatica, onthouden makkelijker lijstjes van woorden, en kunnen vlotter verhalen navertellen.

“Hij verstaat alles veel beter met zijn gehoorimplantaat. Als hij het niet draagt, is het voor hem veel vermoeiender”

Veel kinderen met één doof oor horen met hun gehoorimplantaat ook beter of een geluid van links of rechts komt. Toch blijft het een uitdaging om de precieze richting van het geluid aan te wijzen. Dat merken we ook in ons onderzoek. Lotte twijfelt even of het nu de telefoon van schilder- of trompetsmurf is die rinkelt. Maar dat het niet de telefoon van de ruimtesmurf is, dát weet ze heel zeker.

Alle uitspraken in dit artikel komen van ouders van kinderen met één doof oor.

Tine Arras dingt mee naar de Vlaamse PhD Cup 2024. Ontdek meer over dit onderzoek op www.phdcup.be.