“Stilte, kinderen!” Die woorden klinken vaak in een klaslokaal, maar zijn buiten misschien minder nodig. Uit onderzoek blijkt namelijk dat kinderen tijdens de buitenles beter stilzitten en een lagere hartslag hebben, zelf in stedelijke omgevingen.
Onze kinderen zouden minder gelukkig zijn dan pakweg tien jaar geleden en dat komt door verschillende redenen. Zo groeien meer en meer kinderen op in steden, spelen ze minder vaak buiten en zouden ze vaker onder toezicht staan van hun ouders als ze dat wel doen. Bovendien ruilen ze ‘groene tijd’ steeds vaker in voor ‘schermtijd’. Vooral naarmate kinderen ouder worden, gaan ze minder vaak buiten ravotten. Een derde van de Nederlandse kinderen van vier tot acht jaar speelt meer dan drie keer per week buiten. Bij kinderen van negen tot twaalf jaar is dit één tot drie keer per week, terwijl een kwart van de dertien- tot vijftienjarigen maar één keer per week buiten speelt.
Onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk waarschuwen dat dat een groot probleem is. Natuurlijke omgevingen kunnen namelijk stress verminderen. Maar wat met kinderen die in de stad opgroeien, omringd door beton en afvalt? Om dat te onderzoeken, keken de wetenschappers naar het effect van buitenlucht in de stad op de fysiologische stress van kinderen tijdens de schooluren. Dat zijn lichamelijke veranderingen die optreden door prikkels van buitenaf en die het lichaam voorbereiden om met een bedreigende situatie om te gaan.
Met draagbare apparaten maten ze de fysiologische stress van bijna 80 vier- tot vijfjarigen uit vier verschillende scholen in Londen. Ze deden dat door de hartslag en kleine bewegingen van de kinderen te meten, zowel tijdens lessen binnen in het klaslokaal als buiten op de speelplaats. Die metingen vonden plaats tijdens traditionele lesmomenten en tijdens keuzemomenten, over verschillende seizoenen heen. Tijdens de lesmomenten luisterden de kinderen naar hun leerkracht die een verhaal voorlas of een rekenles gaf. Tijdens de keuzemomenten konden de kinderen vrij kiezen uit activiteiten zoals kleuren, puzzelen en boetseren.
Buitenlucht als bescherming
En de resultaten waren duidelijk: tijdens de buitenlessen hadden de kinderen een lagere hartslag en zaten ze stiller op hun plaats, wat wijst op minder fysiologische stress. Bovendien was er buiten minder lawaai, zowel tijdens de les- als tijdens de keuzemomenten. De onderzoekers ontdekten ook dat meer lawaai binnen zorgde voor een hogere hartslag, terwijl dat buiten niet het geval was. Ze maakten daarbij wel geen onderscheid tussen lawaai van de kinderen en ander omgevingslawaai. Hoe dan ook, zou dat betekenen dat kinderen buiten minder stress ervaren ten gevolge van lawaai en dat de buitenlucht hen hier mogelijk tegen beschermt. Als alles even te luid wordt, kan een frisse neus halen dus helpen, ook voor kleuters.
Maar hoe kunnen we dat nu precies verklaren? Heel wat studies naar het verband tussen natuur en gezondheid laten zien dat buiten zijn goed voor je is. Het verklarende mechanisme definiëren blijft daarentegen moeilijk. De Hoge Gezondheidsraad van België stelde een rapport (2021) op waarin mogelijke mechanismen beschreven worden. Zo is er de biofilie-hypothese (Wilson, 1984) die zegt dat mensen van nature een sterke band hebben met andere levende wezens en de natuur, omdat onze evolutie is beïnvloed door de interactie met de natuur. Die hypothese wordt vaak toegepast binnen onderzoek naar de invloed van de natuur op fysiologische stress. Een belangrijke theorie die daarbij hoort is de Stress Recovery Theory van Ultrich (1983) die stelt dat natuurlijke omgevingen stress kunnen verminderen omdat mensen naar de natuur worden aangetrokken, aangezien dat hun oorspronkelijke leefomgeving is.
Hoe dan ook, zijn er nog veel vragen over hoe de natuur onze gezondheid precies beïnvloedt. Buiten tijd doorbrengen is goed voor je, maar hoe dat komt moet toekomstig onderzoek nog verder uitwijzen.