Geef gedetineerden een budget om voeding te kopen en te koken. Dat kan hun terugkeer in de maatschappij bevorderen.
In Denemarken doen ze het, en in Nederland ook. Gedetineerden een beperkt budget geven om voeding te kopen en hen zelf laten koken, helpt bij hun re-integratie in de maatschappij. Ze krijgen verantwoordelijkheidszin en werken aan hun zelfredzaamheid.
Voor mensen die een lange tijd in de gevangenis zitten, is het niet eenvoudig om terug te keren naar de maatschappij. Na een lange tijd afhankelijk te zijn van een gevangenissysteem, moet men plots opnieuw zelfstandig meedraaien. Daarom is het belangrijk dat mensen ook in de gevangenis verantwoordelijkheden en autonomie krijgen. Mijn onderzoek toont aan dat zelf voorzien in de basisbehoeften daarbij een belangrijke stap vormt. En ook in het Belgische gevangeniswezen zoals de toekomstige transitiehuizen, groeien daarvoor mogelijkheden.
Zelf koken in Denemarken en Nederland
Om te onderzoeken welke rol voeding speelt in gevangenissen trok ik naar Denemarken en Nederland. In Denemarken koken gedetineerden al sinds de jaren zeventig zelf. ‘De tijd is rijp om zogenaamde ‘hoteldiensten’ zo veel mogelijk te beperken en gevangenen opnieuw verantwoordelijkheid te geven over hun dagelijkse leven', zegt een voormalige Deense gevangenisdirecteur. 'Een belangrijk element daarbij is de verantwoordelijkheid van de gedetineerde om zijn of haar eigen eten te kopen en te bereiden.'
Gedetineerden vertelden mij dat dit intussen een normaal en belangrijk onderdeel vormt van hun dagelijkse activiteiten. Ze budgetteren, plannen hun aankopen en maken afspraken over het gebruik van de keuken. Ze zorgen er ook voor dat al hun maaltijden tijdig klaar staan zodat ze bijvoorbeeld hun lunch kunnen meenemen naar de werkhuizen.
Ook in Nederland groeit de interesse. In de gevangenis van Tilburg bijvoorbeeld, een inrichting die België zes jaar huurde van Nederland, kreeg een groep gedetineerden geen kant-en-klare maaltijden meer maar een budget om zelf te koken. Met een positief resultaat. ‘In België kunt ge niks eigenlijk. Ge moet dat eten zelf kunnen verzorgen hé. Die mogelijkheid heb je hier wel. Ge kunt hier zelfstandig leven.’
Naast deze verantwoordelijkheid, leerden gedetineerden budgetteren. Zo moesten ze met een beperkt budget van 12,50 euro, zeven warme maaltijden bereiden. Maar ze leerden ook van elkaar: ‘Na een tijd hier zo te zitten heb ik ook wel leren koken want ge ziet ook wel mensen koken. ‘Hoe doet ge dat?’ En ge kijkt, weet ge. Ik heb met verschillende mensen op cel gezeten en verschillende culturen natuurlijk ook. Dan pikt ge daar een beetje op en daar een beetje op en dan mengt ge dat door elkaar en dan maakt ge daar uw eigen ding van. Soms mislukt het ook wel eens hoor. Het is niet dat het altijd goed gaat. Ik bedoel met vallen leert ge opstaan.’
Naast de positieve ervaringen van gedetineerden, onderzocht ik hoe het gevangenissysteem dit organisatorisch vorm geeft binnen een strikte context. De visie op detentie bleek daarbij belangrijk. Gedetineerden klaarstomen voor een terugkeer in de maatschappij stond centraal.
Personeelsleden gingen op zoek naar manieren om deze visie in de praktijk om te zetten. Zelf koken was daar een onderdeel van maar hing nauw samen met bijvoorbeeld visies op veiligheid. In keukens krijgen grote groepen gedetineerden immers toegang tot messen. De medewerkers probeerden daarom gedetineerden te leren kennen zodat zij op problemen konden anticiperen en het aantal incidenten tot een minimum konden beperken.
Eten in Belgische gevangenissen
Ook in België zitten mensen hierop te wachten. Het zelf geknutselde kookmateriaal is daarvan het beste bewijs. Gedetineerden die geen toegang hebben tot keukentjes vullen een lege zak chips met ingrediënten, die zo in de waterkoker belandt. Lege sardineblikjes vullen ze dan weer met olie. Deze olie vat vuur dankzij een zelfgemaakt wiek. Groentesauzen, roerei of chili con carne, voor ons lijken het allemaal banale gerechten maar creatieve gedetineerden verheffen ze tot culinaire hoogstandjes.
Dat is dé manier om naast de geserveerde maaltijden opnieuw controle te krijgen. De grootkeukens in onze gevangenissen bereiden dagelijks drie maaltijden per dag per gedetineerde. Het keukenpersoneel in Belgische gevangenissen investeert sterk om een gevarieerd aanbod te serveren. Meestal hebben gedetineerden daarbij keuze uit drie menu’s. Maar met een beperkt budget (ongeveer 3,70 euro per dag per gedetineerde) en dikwijls een grote gedetineerdenpopulatie is dat geen evidentie.
Daarom proberen gedetineerden autonomie te bewaren door op eigen kosten te koken. In sommige gevangenissen staan er kleine keukens op de afdelingen. In andere gevangenissen verkoopt men een kookplaat op de kantinelijst. Maar deze mogelijkheden zijn er enkel voor de gevangenen met voldoende financiële middelen.
Desondanks groeien ook in België de mogelijkheden. We zoeken steeds meer manieren om gevangenen beter voor te bereiden op een terugkeer in de maatschappij. De toekomstige transitiehuizen zijn daar het best voorbeeld van. Daar wil men gedetineerden aan het einde van hun straf klaarstomen voor een succesvolle reïntegratie. Zeker binnen deze context is het voorzien in de eigen basisbehoeften een belangrijke stap in de goede richting.
Voor haar onderzoek naar voeding voor gedetineerden is An-Sofie Vanhouche (Criminologie, VUB) genomineerd voor de Vlaamse PhD Cup 2018. www.phdcup.be