Eos Blogs

Kunnen speekselstalen ooit een rol spelen in het vaststellen van autisme?

Kinderen met autisme hebben andere verhoudingen van de bacteriën in hun mond dan kinderen zonder autisme. Daarnaast zouden sommige bacteriën een belangrijke link hebben met hun sociaal functioneren.

Autisme is een vorm van neurodiversiteit waarbij mensen anders omgaan met sociale situaties, communicatie en zintuiglijke prikkels. In België hebben naar schatting 117.000 mensen de diagnose van autisme en komen er ongeveer 1.200 elk jaar bij. Hoewel autisme meestal op jonge leeftijd wordt vastgesteld, is er ook een grote groep van personen die pas laat de diagnose krijgt.

De dagelijkse ervaringen van mensen met autisme kunnen sterk variëren. Vooral mensen aan de uiterste kanten van het spectrum zouden een verminderde levenskwaliteit ervaren. Een diagnose kan hier helpen om specifieke moeilijkheden te identificeren, waardoor zorgverleners gerichter kunnen ondersteunen en samen met de persoon kunnen zoeken naar manieren om de levenskwaliteit te verbeteren.

Belang van bacteriën in de mond binnen autisme

Er zijn aanwijzingen dat bacteriën in het lichaam, vooral in de darmen, kunnen samenhangen met moeilijkheden die mensen met autisme ervaren, zoals overprikkeling, stress en sociale moeilijkheden. Naast darmbacteriën wordt steeds vaker gesuggereerd dat ook mondbacteriën een belangrijke rol kunnen spelen in de beïnvloeding van hersenfunctie en gedrag. Naast een meer bekende ‘microbioom-darmen-hersenas’ is er wellicht ook een ‘microbioom-mond-hersenas’. Bij autisme zouden bacteriën in de mond een verhoogde doorlaatbaarheid van de bloed-hersenbarrière kunnen veroorzaken, een invloed hebben op de productie van neurotransmitters en zou er een directe interactie zijn tussen deze bacteriën en de hersenen via zenuwbanen.

Onderzoekers van de KU Leuven en de Universiteit van Gent vergeleken de bacteriën in de mond tussen 80 kinderen met autisme en 40 kinderen zonder autisme, en onderzochten de link met hun gedrag. Hieruit zagen we dat vijf bacteriën opvallend meer aanwezig waren in kinderen met autisme in vergelijking met kinderen zonder autisme. Daarnaast zagen we dat vier van deze vijf bacteriën ook gelinkt waren aan meer sociale moeilijkheden, repetitief/restrictief gedrag en meer angst.

Speekselstalen als hulpmiddel voor het vaststellen van autisme

De diagnose van autisme is vandaag de dag meestal gebaseerd op de observatie van een therapeut en het invullen van een aantal vragenlijsten, waardoor er een subjectieve component aanwezig is. Gezien de mogelijke interactie tussen mondbacteriën en veranderde hersenwerking wordt gesuggereerd dat speekselstalen een objectieve manier kunnen bieden om biologische veranderingen in kaart te brengen en zo de diagnose van autisme te ondersteunen. Dit lijkt veelbelovend, aangezien speekselstalen eenvoudiger af te nemen zijn dan bijvoorbeeld stoelgangstalen voor het karakteriseren van de bacteriën. Hoewel de eerste resultaten veelbelovend zijn, is verder onderzoek nodig voordat speekselstalen effectief kunnen worden ingezet als diagnostisch hulpmiddel.