Minder dementie door meer spieren en minder vet

Kan je je risico op het ontwikkelen van neurodegeneratieve ziekten zoals alzheimer en parkinson verminderen door je lichaamssamenstelling te verbeteren?

 

Mensen met veel lichaamsvet in hun buik en armen lopen mogelijk meer risico om ziekten zoals alzheimer en parkinson te ontwikkelen dan mensen met weinig vet in deze gebieden. En mensen met veel spierkracht lopen minder risico op deze aandoeningen dan mensen met weinig spierkracht. Dat blijkt uit een onderzoek van Huan Song van de Sichuan Universiteit in Chengdu in China dat op 24 juli is gepubliceerd in het online nummer van Neurology, het medische tijdschrift van de American Academy of Neurology.

Neurodegeneratieve ziekten zoals alzheimer en parkinson treffen wereldwijd meer dan 60 miljoen mensen en verwacht wordt dat dat aantal nog zal toenemen naarmate de bevolking ouder wordt. Het is volgens Song dan ook van cruciaal belang dat we manieren vinden om die risicofactoren aan te pakken.

Zijn onderzoek laat zien dat het mogelijk is om je risico op het ontwikkelen van deze ziekten te verminderen door je lichaamssamenstelling te verbeteren. Gerichte interventies om romp- en armvet te verminderen en tegelijkertijd een gezonde spierontwikkeling te bevorderen, zijn volgens hem mogelijk effectiever voor de bescherming tegen deze ziekten dan een algemene gewichtscontrole.

Aan het onderzoek namen 412.691 mensen deel met een gemiddelde leeftijd van 56 jaar. Ze werden gemiddeld negen jaar opgevolgd. Aan het begin van het onderzoek werden metingen gedaan voor de lichaamssamenstelling, zoals taille- en heupomvang, grijpkracht, botdichtheid en vet- en vetvrije massa. Tijdens het onderzoek ontwikkelden 8.224 van hen neurodegeneratieve ziekten, voornamelijk de ziekte van Alzheimer, andere vormen van dementie en de ziekte van Parkinson.

Mannelijke deelnemers met veel lichaamsvet in hun buik ontwikkelden de neurodegeneratieve ziekten met een frequentie van 3,38 per 1.000 persoonsjaren, vergeleken met 1,82 gevallen per 1.000 persoonsjaren voor degenen met weinig lichaamsvet in die regio. Persoonsjaren vertegenwoordigen zowel het aantal mensen in het onderzoek als de tijd die elke persoon in het onderzoek doorbrengt. Voor vrouwelijke deelnemers lag de frequentie op 2,55 gevallen per 1.000 persoonsjaren voor degenen met meer lichaamsvet in de buik en 1,39 voor minder.

Na aanpassing voor andere factoren die het ziektecijfer zouden kunnen beïnvloeden, zoals hoge bloeddruk, rook- en drinkgedrag en diabetes, ontdekten de onderzoekers dat mensen met veel buikvet 13 procent meer risico liepen om deze ziekten te ontwikkelen dan mensen met weinig buikvet. Mensen met veel armvet liepen 18 procent meer risico om deze ziekten te ontwikkelen dan mensen met weinig armvet. En mensen met veel spierkracht liepen 26 procent minder risico om de ziekten te ontwikkelen dan mensen met weinig spierkracht.

De relatie tussen deze lichaamssamenstellingen en de neurodegeneratieve ziekten werd gedeeltelijk verklaard door het optreden van hart- en vaatziekten zoals beroertes na het begin van de studie. Dit benadrukt volgens Song het belang om deze hart- en vaatziekten meteen te behandelen om de ontwikkeling van alzheimer, parkinson en andere degeneratieve ziekten te helpen voorkomen of te vertragen.

Een beperking van het onderzoek is dat de deelnemers voornamelijk blanke mensen waren uit het Verenigd Koninkrijk en Noord-Ierland, wat betekent dat de resultaten mogelijk niet van toepassing zijn op andere populaties. 

Arfan Ikram, hoogleraar epidemiologie aan het Erasmus MC in Rotterdam en adjunct-hoogleraar epidemiologie aan Harvard University in de VS, die niet bij dit onderzoek betrokken was, vindt het een interessante studie. ‘Het bevestigt eerdere resultaten dat vethuishouding en - in het verlengde daarvan - hart- en vaatziekten samenhangen met neurodegeneratieve aandoeningen’, vertelt hij. ‘En het benadrukt inderdaad het belang om cardiovasculair risicomanagement niet alleen voor preventie van hartinfarcten en beroerte in te zetten, maar ook voor dementie.’

‘Er zijn ook studies die laten zien dat het verband tussen vetdistributie en dementie niet altijd even eenduidig is’, gaat hij verder. ‘Juist bij mensen op gevorderde leeftijd kan een laag gewicht - en daarmee gepaard heel weinig vet - een teken zijn van ‘frailty’ wat zorgt voor een hoger risico op dementie. Het is dus belangrijk dat in deze studie werd gekeken naar lange termijneffecten en niet naar korte.’

Worden mensen vroeger dement tegenover vroeger?

Lees het antwoord op ikhebeenvraag.be